Op 18 oktober 2024 maakte ik als 33-jarige Sergeant zonder topsport carrière mijn debuut op een officieel militair wereldkampioenschap. Sterker nog, de sport waaraan ik deelnam, oriënteren, beoefen ik pas twee jaar. Het WK was mijn tweede officiële wedstrijd. Wie mij dit een jaar geleden had verteld, zou ik voor gek verklaren. Het leven kan soms raar lopen. Door het bos in dit geval.
Het begon een jaar of drie geleden tijden de BOL in de VTO. Het lopen van de routes ging mij wel aardig af. Toen ik ook in de IOL-cursus een jaar later wel redelijk mee kon komen, kwam de militaire oriëntatie ploeg voor het eerst ter sprake. Dat is ook niet zo gek aangezien de twee coaches, Michel van Dongen en Pim van den Nouwelant, en misschien wel de beste militair atleet, Marvin Boot (onze collega (werkzaam op de BHK) in actie op de 2 foto's hieronder, red.), de opleiding gaven. Ik vond dat ze mij moesten uitnodigen om mee te trainen, ik had het idee dat ik goed was. Als onder anderen Marvin en Ruben van de Wal mij niet geadviseerd hadden om te vragen of ik een keer mee kon doen, was het nooit gebeurd. Nadat deze patstelling na een half jaar doorbroken werd, heb ik een keer mee gedaan met een centrale training. Om terug te komen op het idee dat ik goed ben, werd ik op mijn plek gezet. Dat idee is achtergebleven bij post 2 aangezien ik post 3 nooit gevonden heb.
Na een aantal trainingen kwam ik er beter in, al bleef het beperkt. Voor het mooie zou ik ook wat meer wedstrijden mee doen. Oriënteren is een ervaringssport. Leuk dat je kan kaart lezen, maar kan je dat ook met snot voor je ogen, dikke enkels, gevaarlijke polletjes, rennend, richting houdend en mentaal volhouden? Vooral dat laatste is zwaar, rechts en links wordt je ingehaald, mis je een post, sta je op de verkeerde weg of (in het slechtste geval) ben je je kaart contact kwijt. Ik als pure winnaar had het daar het aller moeilijkste mee. Ik stond onderaan de ladder. Het kaart lezen ging wel, maar nu was ik in plaats van de beste, de slechtste. En ook ik kon regelmatig een post niet vinden. In het begin kon ik me dan enorm opvreten en het liefste de kaart weggooien en stampend de hele wereld de schuld te geven. Alleen heb je daar puur en alleen jezelf mee, en dat is precies wat je niet moet doen. Je moet je dus ook niet focussen op het negatieve maar op het positieve, elke gevonden boomstronk, elke heuvel die je leest en ziet: elke post moet een geluksmomentje worden. En door, volgende kuil links aanhouden, 100 meter door langs de omgevallen boom, iets noordelijk afbuigen dan moet de post achter het heuveltje staan. En dan, als je de post ziet, in je eentje midden in het bos een flinke vreugdekreet, de kenners weten hoe die bij mij klinkt. Dit voelt veel beter dan een kreet omdat iets niet lukt, en ook daar komen wel eens kreten bij kijken. Midden in het bos. In m’n eentje. Alleen.
Die wedstrijdervaring miste ik, eigenlijk mis ik die nog steeds. Ware het niet dat ik precies alle eisen die aan het WK gesteld waren had behaald. Die eisen waren: regelmatig mee trainen met de ploeg, wedstrijden mee doen in de burger, mee doen aan de driedaagse van België en fit zijn. Dat was het minimale, precies dit had ik om naar mijn mening mee te mogen doen. In eerste instantie was ik niet geselecteerd voor het WK, er mochten een bepaald aantal heren meedoen. Voor mijn gevoel zat ik daar om logische redenen niet bij. Ik maakte mij ook niet echt een illusie dat ik mee zou mogen maar toch, ergens diep van binnen, droomde ik dat ik toch mee zou mogen doen. Want elke sportinstructeur droomt diep van binnen over het bedrijven van topsport, toch? De kleine hoop kan je ook niet wegstoppen. Nadat ik niks gehoord had, was het uiteindelijk definitief: ik mocht niet mee. Prima, ik ging in september op vakantie.
Midden in de vakantie en zeker 20 liter bier later belde Michel mij. Ik was verrast dat ik midden in mijn vakantie gebeld werd. Achteraf met een hele goede reden. Er is iemand uitgevallen, en er is nog een WILDCARD. Of ik op basis van die wildcard mee wilde? NATUURLIJK. Of ik dat thuis niet hoefde te bespreken? Nee, natuurlijk niet. Het militair WK, in Spanje! Ik ga mee. Vervolgens thuis medegedeeld dat ik over drie weken een week weg ben, aansluitend op een week Gravendienst. Het leven van onze partners ‘loopt’ ook niet altijd over gebaande paden.
Eindstand, ik stond aan de start van het WK, bloednerveus de dagen ervoor. Bewust startend als eerste zodat ik niet onophoudelijk op de wc hoef te zitten van spanning. Maar het gevoel kwam zoals Michel vanaf het begin tegen mij heeft gezegd; het gaat niet om winnen, je wint al door te starten, ervaar, leer maar bovenal geniet. Het maakte mij niet uit hoelang ik erover zou doen, ik wilde slechts geen laatste worden. Als ik ervoor zou zorgen dat ik mijn kwaliteit kaartlezen gebruik en alle posten aanloop, ongeacht hoelang het ook zou duren, ik niet laatste zou worden. Er is altijd wel iemand die een post mist of die geblesseerd raakt. En zo geschiedde ook, ik werd 137ste van de 163, en was tevens niet de slechtste Nederlander.
De sportinstructeur is belastbaar, of te wel, mijn resultaten werden beter en beter tot de piek op dag 4 waar ik met Nederland team 2, het eerste team van Nederland versloeg. Daar was ik een teamspeler, die iedereen toe juicht, die alle Nederlanders iets gunt en aan het genieten was in de stralende zon met 25 graden.
Ik besef me maar al te goed, dit was niet zomaar iets. Deze week pakken ze me nooit meer af, een WK in Spanje. Ik heb stoute dromen en dit zou er zomaar eentje kunnen zijn, wat heb ik genoten. Geen druk, mooi weer, leuke mensen en soms ergens moederziel alleen in een prachtig bos zoekend naar een WK post. Wie had dat ooit kunnen denken, toen ik in 2017 als Limburgse Jager, in de natte sneeuw, op m’n pens, zeiknat, weer een week te velde moest in Litouwen. Het leven kan soms raar ‘lopen’, op een WK in dit geval.
Tot snel, als je me weet te vinden.
Dé SGT Overkamp