Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 

TERUGBLIK OP DE CARRIERE VAN WIL ALARDS

Door Paul Lindeboom

Wil Alards

In oktober namen we afscheid van een aantal collega’s die jarenlange trouwe en vakkundige dienst verricht hebben voor de LO&Sportorganisatie. Wil Alards was van hen waarschijnlijk wel de meest talentvolle oriënteerder en GOAL-planner, zoals hieronder zal blijken. En misschien na zijn FLO ook wel weerl!!

Wat herinner jij je van je opleiding tot LO&Sportinstructeur én je allereerste functie?

“In 1980 ben ik dienstplichtig geweest bij de Luchtdoelartillerie, bij de lichting 80-4 en paraat geplaatst op de Generaal Winkelmankazerne in Nunspeet. Daar kwam ik dus een paar keer per week in aanraking met de militaire sport, wat mij toen al warm gemaakt heeft om ook sportinstructeur bij Defensie te worden.

Na mijn dienstplicht ben ik vervroegd er uit gegaan om meteen naar het CIOS te gaan om in ieder geval het CIOS-diploma op zak te hebben. Echter, na het CIOS liep het iets anders dan gedacht en ben ik eerst via uitzendwerk en later als badmeester bij Center Parcs aan de slag gegaan. Sportinstructeur bij Defensie was ik even uit het oog verloren, waar ik later spijt van zou krijgen.

Na een 4-tal jaar gewerkt te hebben in het subtropisch zwemparadijs, begon het toch weer te kriebelen om aan de slag te gaan als sportinstructeur bij Defensie, echter dat heeft wel wat moeite gekost in mijn specifieke situatie. Om sportonderofficier te worden had ik mijn CIOS-diploma, echter ook had ik een HAVO-diploma op zak wat te hoog was om aangenomen te worden op de KMS, daar nam men destijds niemand aan die een hogere opleiding dan MAVO had. Sportofficier was ook geen optie, aangezien ik daarvoor wel het vereiste HAVO-papiertje had maar niet de vereiste ALO-opleiding.
Misschien kon ik dan proberen om alsnog de ALO te gaan volgen om zo sportofficier te worden, echter zou ik na het volgen van die opleiding boven de leeftijdsgrens van destijds 26 jaar (dacht ik) uitkomen. Dus dat ging ook al niet door.

Als laatste poging heb ik nog een brief geschreven naar het ministerie van Defensie met daarin de hele uitleg van mijn situatie, met het verzoek of ze in mijn geval een uitzondering konden maken zodat ik toch aan de slag zou kunnen binnen de sport bij Defensie. Na een paar weken kwam er uiteindelijk een brief in de bus met de mededeling dat men geen uitzondering kon maken, waardoor ik dus geen sportinstructeur bij Defensie kon worden.
Nadat men het jaar daarna de leeftijd opgeschroefd had naar 28 jaar en de vooropleidingseis op de KMS had laten vervallen, kon ik alsnog solliciteren en is alles alsnog goed gekomen en ben ik in 1990 naar de KMS gegaan bij de lichting 90-3.
Opleidingsgenoten waren Jan Stijger, Stefan Sogtoen, Richard Soreé, Ronald Dohmen, Ronald Hoogstraat en Leon Kluitenberg.

Na het afronden van de KMS gingen we nog 7 maanden in opleiding op het OCLO in Ossendrecht. Hier werden we bijgespijkerd in het lesgeven van de militaire sporten en organisaties. Een zeer leerzame periode met een mooie club collega’s, naast de reeds genoemden kwamen daar nog een paar andere toekomstige collega’s bij: Wim Hoogendoorn (officiersopleiding), Frank Hoek, Roel Hessing, Peter Sturkenboom en Fred Janssen, allen omscholers van “paraat” naar sportinstructeur.

Wat ik me kan herinneren, is dat we allen “werkers” waren die van aanpakken wisten en veel voor elkaar over hadden. Er zat ook al veel ervaring in de groep op allerlei gebied, van touwwerk, organisatie-talent tot kaartlezen toe.
Elke vrijdag werd het weekend ingeluid door Jack Wouters met een duurloop op de Ossendrechtse Heide.
Van Teun Vis en Jack Ooms kregen we de technische atletiekonderdelen waaronder zelfs polsstokverspringen. Beiden waren technische alleskunners en voorbeelden op dat gebied voor me. Het werken met touwen en de outdoor/GVA werd ons aangeleerd door Juust Breinburg en Humprey Broos.

Als je terugkijkt op de hele Defensie-periode vond ik het ook mooi aan de LO&Sportorganisatie dat je tijdens je gehele periode binnen de sport regelmatig weer iemand tegenkwam van je opleiding waarmee je nu moest samenwerken, wat wel een band schept.

Na afronding van de OCLO-opleiding ben ik eerst geplaatst op de RVS-kazerne te Oirschot, bij het 17e Painfbat. Zoals het zo vaak gaat als je als nieuwe sportinstructeur op een sportgroep begint, proberen ze je op allerlei manieren min of meer voor schut te zetten. Zo heb ik met Bart Smits een duurloop gedaan op de Oirschotse Heide om het terrein te leren kennen, aldus Bart. Zelf ben ik geen echte duurloper en wist ook niet dat Bart dat wel was. Hij heeft me volgens mij het hele oefenterrein laten zien, achteraf had ik het idee dat we een halve marathon gelopen hadden, zo kapot was ik. Als voorbereiding op het ZMV heb ik ook nog eens de hindernisbaan helemaal moeten aanharken tussen de hindernissen, de baan moest er zogenaamd pico bello bij liggen voor het evenement.

Tijdens deze plaatsing van 5 jaar in Oirschot heb ik veel opgestoken wat betreft lesgeven/improviseren/organiseren, er konden immers 10 man op de stoep staan voor je les maar ook zomaar in een keer 110 man waaraan je les moest geven.
Een goede leerschool, een mooie sportgroep met nog dienstplichtige sportinstructeurs er bij en elke week op de vrijdag afsluitend met OLO en daarna nog in de instructeursruimte het weekend inluiden met een biertje tot soms wel 18.00u of nog later. Andere tijden sport!!!

Na Oirschot volgden nog plaatsingen op de KMS, KMA, wederom KMS, SK en als laatste om de cirkel rond te maken weer terug op de RVS, nu als opvolger van de planner Berry van Moorsel.”


Het overgrote deel van je laatste 10 jaar ben je (met het programma GOAL) planner geweest. Kun je voor de nietsvermoedende lezer eens de hectiek op een grote sportgroep in zo’n functie beschrijven? En hoe werkzaam vond je het programma GOAL?

“Min of meer door toeval ben ik aan het werk gegaan met plannen op de SK, als gevolg van het langdurig wegvallen van een collega. Hierdoor heb ik de planning met GOAL op me genomen in combinatie met de begeleiding van collega-instructeurs en het lesgeven aan de staf van School Zuid. Vervolgens dus, zoals reeds vernoemd, aan de slag gegaan als planner op de RVS.
Vooral de beginperiode als planner was voor mij hectisch, een nieuwe functie, ander soort werk dan lesgever, grote sportgroep, nog meer gegevens verwerken in GOAL.

Om goed voorbereid te zijn ben ik al iets eerder naar de RVS gegaan om door Berry ingewerkt te worden en altijd nog op hem terug te kunnen vallen. In die beginperiode ben ik erg druk geweest om mij een eigen werkwijze toe te eigenen, waardoor ik wat meer rust kreeg in het plannen, iets wat volgens mij wel aardig gelukt is.
Op de sportgroep zelf heb ik er voor gekozen om in dezelfde ruimte mijn bureau / werkplek te hebben samen met de andere sportinstructeurs, om zo feeling met de groep te houden.
Het was wel vaak veel kabaal, maar je hoort ook veel zaken die er spelen binnen de groep, waar je dan met je planning weer profijt van hebt en de hectiek/lawaai: daar kan ik wel doorheen prikken en de rust bewaren bij de planning.

Zoals bij vele sportgroepen helpen de collega’s elkaar onderling bij het overnemen van lessen of het oplossen van uitdagingen als er plotseling iets veranderd in de planning, want afgezien van een goede planning, veranderd er altijd wel iets in een planning en mag ik blij zijn met de fijne collega’s van de RVS die altijd met me meegedacht hebben in oplossingen.

Het programma GOAL was voor mij niet het ideale programma om mee te werken aangezien veel zaken heel veel klik-handelingen nodig hadden om in de planning gezet te krijgen of om er uit te halen.
Vaak was er in zetten nog enigszins te doen, maar er uit halen vergde veelal heel veel tijd. Taakgericht zoals ik ben, heb ik daar wel mee leren omgaan en altijd voor ogen gehouden dat de planning moet kloppen, ongeacht de tijd die er in gaat zitten. Dus soms heb ik ook wel wat werk mee naar huis genomen om het voor de week er op in orde te hebben.

Kortom, het werken met GOAL is te doen, vaak omslachtig met veel handelingen, maar met geduld is het werkbaar (als je de tekortkomingen door de vingers ziet). 
Verbeteringen zijn er zeker door te voeren.”

Vele sportinstructeurs zullen weten dat jij Kwaliteits Adviseur Oriënteren geweest bent. Maar de meeste zullen niet weten wat die nevenfunctie precies inhoudt. Je bent ook zeer nauw betrokken geweest bij het organiseren van vele NMK’s. Kun jij ook een grote tip van de sluier oplichten over wat komt er bij een baanlegging?

“Kaartlezen / oriënteren is een passie van mij geworden sinds ik er mee in aanraking kwam tijdens de opleiding op het OCLO, waar een oriëntering ook op het lesprogramma stond en welke destijds uitgezet was door Gerard Loontjens.
Gerard was nog bezig met het opbouwen van de finish toen ik al binnen kwam lopen om de finishpost te stempelen. Met verbazing stond hij me aan te kijken dat ik er al was en of ik wel alle posten gestempeld had. Zoiets had hij nog nooit meegemaakt.
Hij wilde precies weten hoe ik gelopen had, enz. Zo kwam het dat hij me in contact bracht met Heino Mertens (lid militair orienterings team) waarmee ik in de jaren daarna vele wedstrijden in België, Nederland en Duitsland bezocht heb.

WK-uitslag
WK-deelname
Wil militair

Naast training van kaartlezen en uithoudingsvermogen was er bij mij ook sprake van een aangeboren aanleg voor het kaartlezen. Vaak bekruipt mij een raar gevoel als ik maar een klein beetje een fout maak, waarna ik goed ga kijken en inderdaad blijkt dat ik een beetje uit de richting zit, iets wat ik niet kan verklaren maar wel aanwezig is.

Na een aantal jaren lid te zijn geweest van de militaire ploeg heb ik het trainerschap overgenomen van Wim van Breugel (destijds de OL-goeroe van defensie). Hij heeft mij de kneepjes van het vak geleerd, waardoor ik uiteindelijk een van de vraagbaken op oriënteringsgebied binnen de LO&Sportorganisatie werd en dus ook KwaliteitsAdviseur Oriënteren ben geworden.
Bij deze nevenfunctie ben je belast met het organiseren van cursussen aan de sportinstructeurs op oriënteringsgebied, het organiseren en controleren van de militaire kampioenschappen, het adviseren in het aanleggen van het vaste postennet, alsmede het in de gaten houden van het up-to-date zijn van de oriënteringskaarten.

In het kader van deze nevenfunctie had ik me ook voorgenomen om elk jaar zelf een NMK te organiseren, hetzij individueel, hetzij een estafette, waarvoor ik dan de eindverantwoording had. Samen met de Sportcommissie (René de Jager) hebben we dat elk jaar weer goed voor elkaar gekregen.

Aangezien ik zelf jarenlang in vele landen vele wedstrijden heb gelopen, had ik wel een aardige kijk op hoe een goede baanlegging er uit ziet, mede door de “opleiding” die ik van Wim van Breugel gekregen had. Basis voor mij was altijd dat het een kaartleeswedstrijd moest zijn en geen hardloopwedstrijd. Uiteraard moet uithoudingsvermogen een rol spelen maar mag niet de overhand krijgen. Met dat in je achterhoofd kijk je op de kaart waar de lastige gebieden liggen en daar zorg je dan dat je verschillende “moeilijke” posten hebt liggen zodat in ieders geval een oriënteerder militair kampioen wordt en niet een hardloper.
Natuurlijk komen er nog veel meer zaken bij kijken maar dat gaat te ver om daar verder over uit te wijden.”

Wil tijdens zijn FLO-receptie okt 2021

Je bent zelf ook een actief oriënteerder. Wat is (vroeger) je mooiste succes geweest of je mooiste wedstrijd?

“Naast de keren dat ik Nederlands Kampioen ben geweest, wat gezien het geringe aantal deelnemers op zo’n kampioenschap redelijk makkelijk gaat in Nederland, vond ik de Militaire Wereldkampioenschappen altijd wel de mooiste wedstrijden van het jaar.

Een paar van mijn mooiste wedstrijden waren het burger wereldkampioenschap in Noorwegen, puur vanwege de deelname aan een wereldkampioenschap, want in dat mondiale veld stelt Nederland (en ik dus ook) helemaal niks voor. Daarnaast heb ik ook nog deelgenomen aan een wereldkampioenschap voor veteranen in Litouwen (Kleipeda).
Ook hier was voor mij deelnemen belangrijker dan winnen.”

Je bent nu met FLO. Hoe gaat, behalve het kappen van hout, je vrije leven er uit zien? Vermoedelijk veel werkzaamheden voor de OL-bond? Of misschien ga je wel zelf OL-kaarten tekenen?

“Momenteel al weer iets meer dan een maand met FLO, waarbij ik nu nog elke dag wel gevuld heb met werkzaamheden rond om huis. Inderdaad veel bomen zagen bij Frans Bergstein, die velen wel kennen van de grotwoning in Geulhem (Berg en Terblijt).

Tijdens mijn laatste maanden bij de LO&Sportorganisatie ben ik op de vrijdagen ook werkzaam geweest als heftruckchauffeur bij een apothekersgroothandel, maar nadat men mij gevraagd had om een paar dagen per week te komen werken bij een teakmeubelgroothandel heb ik die vrijdag opgezegd als heftruckchauffeur.
Mijn werkzaamheden bij die groothandel in teakmeubelen zijn het nakijken van het meubilair en herstelwerkzaamheden aan ditzelfde meubilair.
Daarnaast meestal op de vrijdagen het bezorgen van bestellingen in de Benelux samen met een collega. Kortom, ook hier ben ik indirect weer een beetje met hout bezig.

Afsluitend mag ik wel zeggen dat ik een hele fijne leerzame periode bij Defensie heb gehad en terug kan kijken op een hartverwarmende samenwerking met vele collega’s. Met pijn in mijn hart heb ik dan ook afscheid genomen tijdens de Boel de Boel van de LO&Sportgroep RVS van Oirschot.
Iedereen bedankt voor de fijne samenwerking gedurende mijn actieve dienstperiode. Het ga jullie allen goed en wellicht tot ooit.”

Publicatiedatum: 17 december 2021