Eerder vorig jaar heb ik met onze mega enthousiaste webmaster Paul Lindeboom, als Redacteur Sport, de afspraak gemaakt om een serie artikelen te wijden aan één van onze fantastische militaire sporten: de Militaire Vijfkamp. En belofte maakt schuld, na het interview met Leen Pfrommer dus bij deze de tweede bijdrage !
Daarvoor rijd ik naar Peter Rommelse, die vanuit verschillende oogpunten op deze meerkamp kan terugblikken. En voor de jongeren onder ons: Peter Rommelse is een oud-commandant LO&Sportorganisatie (1979-2002, red.). Hij kijkt door de bril van zowel deelnemer, Chef d’ Equipe als Chief Of Mission.
Met Peter Rommelse deed ik persoonlijk ervaring op. Mijn eigen eerste kennismaking met de Militaire Vijfkamp was in 1983 in Assen en toen heette het Zware Militaire Vaardigheden. Ik deed mee met de Regionale Selectie voor het Nationale Militaire Kampioenschap later dat jaar, en mocht in het team van Peter Rommelse, Leen Pfrommer (oud Regio commandant en schaatstrainer en -coach) en Jos Bourgondien deelnemen en veel van hen leren.
Wil je je rol van 1970-1974 als deelnemer in het Vijfkampteam toelichten?
“Het begint natuurlijk met de Zware Militaire Vaardigheids (ZMV) proeven. Ik was toen nog niet werkzaam bij de LO&Sportorganisatie, maar was pelotonscommandant bij de Verbindingsdienst. Ik viel blijkbaar positief op en werd gevraagd voor de trainingen van het Nationale Militaire Vijfkamp team. Aan die trainingen namen ook mannen van de Luchtmacht en de Marine deel. Zwemmen was mijn sterke punt, in zijn algemeenheid was ik verder allround.
Ik heb een jaartje de trainingen in Schaarsbergen gevolgd, werd in 1971 geselecteerd voor de sportofficiers opleiding in Hooghalen en heb in die tijd niet deelgenomen aan de trainingen. Na de opleiding werd ik geplaatst in Assen en ben de trainingen weer gaan volgen. De trainingen en de wedstijden van het team spraken me geweldig aan. Uiteraard ook de internationale ontmoetingen en de contacten die je daarbij opdeed. Deelnemers en begeleiders maakten in de regel jaren lang deel uit van de internationale équipes, waardoor je elkaar goed leerde kennen en veel van elkaar kon leren. Andere militaire teams bestonden veelal uit dienstplichtigen, die toppers waren bij civiele clubs, voetballers, handballers, zwemmers enz. Aan de militaire vijfkamp namen beroeps deel, die jarenlang trainden om op niveau te komen. Ik nam in die jaren wel deel aan trainingen en trainingswedstrijden, maar was niet goed genoeg voor de top van de ploeg die bestond uit zes man, die deelnamen aan wereldkampioenschappen. Als sportofficier zag ik wel mogelijkheden om in de toekomst chef d’équipe te worden en zag de periode als deelnemer als een prima basis hiervoor.
Het trainen met elkaar op de vaste locaties zoals bijvoorbeeld het ISK om te schieten en de hindernisbaan op de Oranjekazerne waren hele mooie ervaringen. Leen Pfrommer was chef d’équipe en Dick van Winden was mijn trainer. Een “train-as-you-fight” trainer. Zijn motto was, “hard van start gaan, onderweg versnellen en sprintend binnenkomen”. Door het vele afspringen op de hindernisbaan, toen nog in zand- en harde grindbakken heb ik mijn knie gesloopt. Jan Gaasbeek, Frans Bultink en Rob Jansen waren latere trainers, waarbij er duidelijk een andere vorm van trainen werd gehanteerd. Je moet dat ook plaatsten in de tijd. Trainingen bij de LO&Sportorganisatie zijn in de loop der jaren ook sterk verbeterd, qua belasting, dosering en technieken. Ook werd steeds meer een beroep gedaan op specialisten, zoals topschutters of zwemtrainers, die dat deel van de trainingen verzorgden. De verzorgers bij de ploeg speelden een steeds belangrijkere rol. Rinus Sense, Willem Weltevreede en Ad Kragtwijk vervulden ook een belangrijke rol in de verhouding tussen de deelnemers en de trainer.
Ik ben in die tijd nog in het NOS-journaal gekomen. Op weg naar de kazerne in Assen lag er een auto onderste boven in de beijzelde Vaart. Niemand durfde er in. Ik wel, na de lessen Reddend Zwemmen van de heer Scheepmaker op de Sportschool, en ik heb een man uit de auto gehaald. Op de radio werd gemeld dat de “garnizoensportier” i.p.v. de” garnizoenssportofficier” iemand uit het water had gered.” Mooie anekdote die er zomaar even tussendoor komt.
Aangezien Peter in 1974 werd geselecteerd om naar de Sportacademie in Den Haag te gaan, viel er een gat in de tijdspanne, maar eenmaal weer werkzaam bij de LO&Sportorganisatie, kwam hij terug in de rol van Chef d’ équipe. “Ik heb het van Dick van Winden overgenomen, eind zeventiger jaren. Ik was toen Sportofficier in Seedorf. Ik heb dat tien jaar kunnen doen, tot ik werd uitgezonden naar Albanië”.
Wat waren je hoogtepunten als chef d’equipe?
“De reizen naar het buitenland waren de krenten in de pap, de kersen op de taart. Daarnaast bovenal ook genieten van de deelnemers uiteraard en de contacten met andere ploegen. In mijn tijd sprongen de contacten met de Duitsers, Brazilianen en de Zweden er uit. De begeleiders van de teams bleven ook lang de zelfden. Je bouwde dus echt een band op, ook vriendschappelijk. Veel van elkaar geleerd en ook op veel plaatsen in de wereld geweest. Ieder jaar een wereldkampioenschap o.a. in Peking, Rio de Janeiro en Venezuela, en een aantal trainingswedstrijden in Europese landen, die trainingswedstrijden organiseerden. Tijdens de internationale wedstrijden werd er ook aandacht besteedt aan de cultuur van die landen, zoals een bezoek aan de Chinese Muur. Voormalig commandant LO&Sportorganisatie Harry Kok, helaas onlangs overleden, organiseerde na afloop van wedstrijden in het buitenland en aantal keren een reis door het land, wel op eigen kosten en in eigen tijd van de ploegleden. Vliegtickets voor de retourvlucht werden dan een week of veertien dagen later geboekt.
De ploeg viel onder de CISM (Conseil International du Sport Militaire) en het Nederlandse BIMS (Bureau Internationale Militaire Sport). Voor de militaire vijfkamp was internationaal de PTC (Permanent Technical Comité) het orgaan dat de vijfkamp aanstuurde, wat betreft reglementen, organisaties e.d. De PTC bestond uit een vijftal chef d’ équipes uit diverse landen, met veel kennis en ervaring. Die ook weer regelmatig in één der landen bijeen kwamen voor overleg. Ik heb daar zelf een aantal jaren deel van uit gemaakt. Tijdens wedstrijden werd door een aantal chef d équipes een TC (Technische Commissie) gevormd, die de controle op de organisatie van de wedstrijden voor hun rekening namen en naast die controle regelmatig klachten of protesten moesten afhandelen. Veel drukte en verantwoordelijkheden dus voor de chef d’équipes, maar heel leerzaam omdat je van alle facetten van de vijfkamp op de hoogte moest zijn en ook op taalgebied je duidelijk moest kunnen maken. Bij andere takken van sport golden bij wedstrijden de regels van de bonden, maar voor de militaire vijfkamp heeft Nederland daaromtrent vanaf het begin een belangrijke rol gespeeld. Met name Rob Jansen heeft dat als lid van de PTC jarenlang met verve gedaan”.
Wereldkampioenschappen, waaronder in 1984 het WK in Nederland, Garderen.
“Het WK in eigen land in 1984 was uiteraard ook een hoogtepunt, waarbij de betrokkenheid vanuit de LO&Sportorganisatie groot was. Diverse LO&Sportgroepen waren verantwoordelijk voor het organiseren van één van de vijf onderdelen en daardoor werd er op een professionele wijze iets moois neergezet. Peking 1988 vond ik ook echt geweldig. Tien man bij iedere hindernis voor de controles. Veel bezienswaardigheden bezocht in en rond Peking. De liaison die aan mij werd toegewezen was een soort tante Sidonia (serie Suske en Wiske) die duidelijk de opdracht had me overal in de gaten te houden en dus overal achter mij aanliep”, vertelt Peter met een grote glimlach.
“Rio de Janeiro vond ik ook indrukwekkend. Met een militair vrachtvliegtuig (Hercules), gestart in Noorwegen (pikten daar ook nog Denen en Zweden op), toen naar Soesterberg voor de Belgen en wij en door naar Duitsland, een overnachting, waar de Duitstalige teams instapten en dan door naar de Bahama’s. Daar een overnachting, want de piloten hadden uiteraard ook recht op rust en het werd daar dus feest met acht internationale sportteams bij elkaar. Vervolgens door naar Brazilië”.
Chief of Mission
De functie van Chef de Mission is gekoppeld aan die van C-LO&Sportorganisatie en niet gebonden aan een bepaalde ploeg. Hij of zij gaat meestal alleen mee naar WK’s en vervult met name ceremoniële taken. In die hoedanigheid is Peter mee geweest naar de Militaire Wereldspelen - dus tal van takken van sport - in Zagreb. Verder niet meer mee geweest met de Vijfkampploeg, wel met o.a. de zwemploeg van Arnold Hofsté naar St Petersburg. Helaas dus niet veel als chef de mission over de Militaire Vijfkamp équipe in te brengen in dit interview, maar ben wel de ontwikkelingen blijven volgen.
Totaalperiode. Wat staat je dan het meest helder op het netvlies?
“Het team. Alles wat je meemaakt, van contact met hun commandanten tot het naar elkaar toegroeien, incl. de achterban. Het feit dat je als team gedurende het hele jaar centraal traint is een groot verschil met andere (aan de civiele sector gekoppelde) ploegen. De bijzondere band die je met zowel de sporters als ook met diverse familieleden opbouwt, is voor mij altijd een extra geweest, waar ik heel positief op terug kijk. Ik heb wel een tip voor iedereen die veel verschillende dingen heeft meegemaakt in zijn loopbaan. Houd voor jezelf een soort dagboek bij van wat je wanneer hebt gedaan of meegemaakt. Ik ben daar slordig in geweest en kost het bij vijftig jaar terugkijken veel moeite om alles op z’n plaats te krijgen! Dat is vandaag de dag wel eenvoudiger door de digitalisering!”
Sportief hoogtepunt?
“Toch het WK in Nederland. Martin (Tiny v Kuijk, red.), helaas onlangs overleden, stond tot heel laat in het toernooi heel hoog, vijfde overall. Hij zakte later door het ijs, maar het was wel heel spannend.“
Kaartenbak
Jullie interviewer werkte destijds als LO&Sportinstructeur (KVV) in de Harskamp, waar Peter Rommelse als Rayon LO&Sportofficier langs kwam met een kaartenbak, met daarin alle resultaten van de ZMV proeven vanaf het begin. Een half jaar bezig geweest om die resultaten te verwerken en een overzicht te krijgen van wie wanneer met welke resultaten de proeven had afgelegd. Dat ging echter nog met papier en pen. Gelukkig brak daarna het digitale tijdperk aan en konden we, in het begin dankzij Jacco van de Burg, de gegevens met de computer bijhouden en opslaan en namen we afscheid van het papieren archief.
Andere bijzondere ervaringen: Anton Koteris
“In Venezuela was het een keer zo heet, dat Anton in shock raakte tijdens de cross. Als begeleiding en Technische Commissie lette je uiteraard bij hoge temperaturen op zaken als waterposten of starttijden vervroegen, maar dat bleek toen niet voldoende. Een schokkende ervaring! Gelukkig geen gevolgen voor de gezondheid van Anton, wel voor het klassement.”
Afwezigheid bij de eenheid van sporters
“Het is nu ondenkbaar, dat je oefeningen en uitzendingen mist i.v.m. sporten, maar in mijn tijd werd er een grote inbreuk gemaakt op de aanwezigheid van een militair bij zijn eenheid. Een keer of drie trainen per week deed hij zelf, daarna werd er aan de commandant van de eenheid gevraagd of er bezwaar was tegen regelmatig een centrale training of een trainingskamp van een week en af en toe een wedstrijd. En dat alles vaak jarenlang. Met een sportminded Commandant was dat geen probleem, maar Peter heeft toch heel wat gesprekken met collega commandanten gevoerd om sporters los te weken van de eenheid. Zijn mensgerichte inborst heeft daar altijd positief in bijgedragen, naar mijn onbescheiden mening.
Peter, dankjewel voor je gastvrijheid en uiteraard ook je vrouw Chantal, die ons rijkelijk heeft voorzien van koffie, soep en broodjes. Tevreden wordt er terug gereden naar de polder vanuit het prachtige (maar deze dag helaas wat mistige) Drentse land.
Publicatiedatum: 12 februari 2020
Alle verschenen artikelen in de serie over het ontstaan van de Militaire Vijfkamp:
- start : de MVK op 1 dag
- deel 1 : het begin van de ZMV, interview met Leen Pfrommer
- deel 2 : ZMV in de periode '70 - '80, interview met Peter Rommelse
- deel 3 : de carrière van Rob Jansen
- deel 4 : de dames treden toe tot de Vijfkamp
- deel 5 : de carrière van Eric Hoek