Er zijn ongetwijfeld nog maar weinig vrienden LO&Sport die Jan van Heek hebben meegemaakt als dienstplichtig LO&Sportofficier. Jan diende als second bij oud collega Garnizoens LO&Sportoffiocier Jan van Delft in Utrecht ( zestiger jaren vorige eeuw). Zeer veel LO&Sportvrienden dienstplichtigen en beroeps kennen Jan van Heek echter als docent op de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (HALO). Wie hij was en wat hij deed komt goed tot uitdrukking in het onderstaande In Memorian van Henk Mijnsbergen, die ook als dienstplichtig officier in de LO&Sportorganisatie diende, maar velen kennen als rector van de HALO.
Henk Mijnsbergen: "Jan van Heek is niet meer. De voortdurende aanvallen op zijn fysiek kon hij niet langer het hoofd bieden en op 27 mei 2018 is hij ons helaas ontvallen. Tijd om terug te kijken op zijn leven en vooral dat leven in relatie tot de HALO. Want de verbondenheid tussen Jan en de HALO was heel groot.
Ik, net benoemd tot turndocent, heb hem leren kennen toen in zijn derde jaar zat. Aanvankelijk was hij nog niet in de lessen aanwezig omdat hij herstellende van een blessure die hij bij het voetballen opliep. Een ernstige blessure, die ontstond in de confrontatie van zijn hoofd met de schoen van een verdediger toen hij als spits van de vv Roodenburg een Bep Bakhuis-achtig doelpunt wilde maken. Een chirurgische stellage heeft toen zijn aangezicht moeten redden.
Voetbal was een van de vele sporten waarin hij uiterst bedreven was. Ook als waterpolokeeper bij de Zijl en als handballer van HVL bereikte hij het hoogste nationale clubniveau.
Excellent was zijn atletiekloopbaan, die begon bij Holland in Leiden. Nederlands kampioen in hoogspringen en speerwerpen en achter de wereldtopper Eef Kamerbeek een van de beste tienkampers. Oud docent Henk Blok speelde daarbij een belangrijke rol, want hij schreef hem voor de eerste keer in voor een tienkamp omdat hij zo opvallend presteerde in zijn lessen op de HALO en zelf nog niet overtuigd was van zijn kwaliteiten. Dat zegt iets over de bescheidenheid van Jan. Natuurlijk was hij trots op zijn prestaties, maar nooit stond hij zich erop voor, nooit vond hij zichzelf belangrijker dan anderen. Altijd bleef de sport belangrijk, maar niet het allerbelangrijkst. Zijn gezin ging voor, zijn werk was ook heel belangrijk. Misschien is een van de vele anekdotes over hem illustratief voor zijn instelling. Hij leverde zijn beste tienkampprestatie in Rome na een boemelnacht in de stad van La dolce Vita.
Een trainerschap was vanzelfsprekend. Bij de Spartaan in Lisse en als nationaal trainer van de hoogspringers, naast een trimclub, met derde helft, in het dorp.
Een fantastisch mens naast zijn sportmanschap. De Leidse Courant noemde hem zelfs een “sportheer” en dat is zonder twijfel een passende aanduiding, want zo stond hij ook in zijn baan als docent van de HALO. Geliefd bij de studenten door zijn belangstelling voor de individuele student, zijn inzet, vakmanschap en vooral ook zijn originaliteit en humor zijn pijlers waarop die populariteit is gebaseerd.
Naast de atletiek en later (zaal)spelen als onderwijsonderdelen, speelde Jan ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van programma-onderdelen die, behalve voor het latere beroep, ook bepalend zijn voor de sfeer op school maar zeker ook in de opleiding, zoals het introductiekamp en landkamp. Als collega was Jan heel nadrukkelijk een teamplayer. Samenwerken aan het vormen van een hele goede opleiding was toonaangevend.
Tenslotte nog enkele voorbeelden van de “omgangsvormen” van Jan (deels aangedragen door oud-studenten).
Het kon voorkomen dat Jan op donderdagavond een favoriete studentenkroeg of de soos van Forcial binnen kwam, zijn presentieboekje trok en rondkeek. Om daarna te zeggen: “ik kom vast de absenten voor het eerste uur van morgen opnemen”, een rondje te geven en te vertrekken.
Tijdens een atletiekles verzamelden de aanwezigen tegen het eind van het uur alle beschikbare, kogels (7,25 kg).... in de tas van hun docent. Alsof hij niets gemerkt had, pakte Jan zijn tas op en liep naar binnen zonder een spier (van zijn gezicht dan) te vertrekken.
Hij was boezemvriend van het HALO-genootschap, want toen dat werd opgericht was hij een van de oud-studenten die zich spontaan aanmeldden voor een bestuursfunctie. En zoiets was bij Jan nooit vrijblijvend.
We moeten verder, maar verliezen in Jan een boegbeeld van de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding en een voorbeeld voor al zijn studenten. Het was een genoegen langdurig met hem te mogen samenwerken."
Publicatiedatum: 10 augustus 2018