Wat vinden jullie uit 25 jaar Zandloper het meest bijzondere artikel en wat je graag nog eens terug zou willen lezen? En wat is de reden daarvan? Deze twee vragen werden voorgelegd aan voormalige hoofdredacteuren i.h.k.v. het 25-jarige bestaan van de Zandloper.
Ron Gits, hoofdredacteur in de jaargangen 1995 en 1996, koos voor “het verslag van de mensen van luchtmobiel in Suriname. Deed me herinneren aan de fijne tijd in 1975 waar ik samen met onder andere Leo Sannen en Rob Jansen verbleef. De gezamenlijke jungletraining was een prachtige ervaring maar ook de gezamenlijke vakantie met Leo naar de ABC-eilanden."
Smi Michiel Twigt van de LO&Sportgroep Oranjekazerne heeft van 28 februari tot en met 9 april deelgenomen aan de Jungle Warfare course in Suriname. Hij is daarmee één van de vier LO&Sportinstructeurs in onze organisatie, die bekend is met de fysieke en mentale belasting van deze cursus. Smi Niek van Gils, sgt1 Gerwin Bregman en sgt1 Marcel van Panhuis gingen hem voor. Laatst genoemde heeft ook de Jungle instructor course in Belize doorlopen. Vanwege deze unieke en nuttige ervaring besloot ik Michiel het hemd van het lijf te vragen.
Michiel, vertel eerst eens iets over jezelf
“Ik ben 33 jaar en woon in Rotterdam. Mijn grootste hobby is het lopen van survivalruns. Vanaf augustus 2009 ben ik geplaatst op de Oranjekazerne en heb in januari van dit jaar de VAKOL met succes doorlopen. Sinds 1997 ben ik werkzaam bij de Landmacht. Ik ben begonnen als sergeant bij 41 Herstelcompagnie in Seedorf en heb daar van 1998 tot 2004 met veel plezier gewerkt.
In die tijd werd ik in de gelegenheid gesteld om deeltijd CIOS te volgen en heb toen gesolliciteerd voor de functie van LO&Sportinstructeur. In 2005 heb ik de VTO-1 afgerond en ben toen begonnen op de LO&Sportgroep RvS in Oirschot bij het cluster 42 BLJ. Onlangs ben ik bevorderd tot sergeant-majoor. Ik heb nu de functie van Hoofdinstructeur van 12e Infanteriebataljon Luchtmobiel (LMB), een baan met veel uitdagingen!”
Waarom gaat een LO&Sportinstructeur naar de Jungle Warfare Course?
“Vanwege de taakstelling van 11 Luchtmobiel (initial entry in alle gebieden) is een aantal specialismen verdeeld over de compagnieën van de drie infanteriebataljons, te weten; Para-, OBT- en Junglespecialisme. Twee compagnieën dienen ‘junglegetraind’ te zijn. Dit betekent dat jaarlijks een organiek peloton wordt opgeleid in Suriname in de zogenaamde Jungle Warfare Course.
Dit peloton krijgt zes maanden voor aanvang van de cursus te horen dat het is aangewezen voor de opleiding en volgt dan een specifiek LO-programma ter voorbereiding op deze cursus. Om een peloton fysiek en mentaal goed voor te bereiden op deze zware cursus, is het noodzakelijk om een goed beeld te hebben van deze cursus. Binnen de LO&Sportgroep Oranjekazerne moet dus de specifieke kennis hiervan gewaarborgd blijven. 11 LMB reserveert daarom een plaats voor een LO&Sportinstructeur op deze cursus. En zo mocht ik met de A-cie van 12 Infanteriebataljon LMB mee naar Suriname.
Met de opgedane ervaringen ben ik in staat om een goed LO&FT-document te maken, dat we in de toekomst kunnen gebruiken voor de jaarlijkse voorbereidingen voor het peloton dat de cursus gaat volgen.”
Waarom viel de keus op jou?
Aangezien het een lange en dure cursus is, is het de bedoeling dat de LO&Sportgroep zo lang mogelijk kan profiteren van deze expertise. Ik ben hier net geplaatst en zal hier nog minimaal drie jaar werken. De LO&Sportgroep heeft dus optimaal profijt van de ervaringen die ik heb opgedaan. Daarnaast had ik me bij kap Rob Jansen, C-LO&Sportgroep Oranjekazerne, vrijwillig opgegeven om deze cursus te mogen volgen en voldeed ik aan de fysieke eisen.”
Wat waren de eisen voor deelname?
“Om aan de cursus te mogen deelnemen, moet je voldoen aan de fysieke intest, die wordt afgenomen door de LO&Sportgroep Oranjekazerne. Deze test meet de zwemvaardigheid, het algemene kracht- en uithoudingsvermogen en de marsvaardigheid. Bij de zwemtest moet je aaneengesloten en gekleed in overall 15 meter onder water zwemmen, 25 meter met wapen zwemmen, pop opduiken en een collega in kopgreep 20 meter vervoeren. Daarnaast moet je voldoen aan een op Engelse leest geschoeide conditieproef (DCP): 44 push-ups, 50 sit-ups, 4 pull-ups en een 2 miles-run (2,4 kilometer) in 10 minuten en 30 seconden. Tenslotte moet je met 25 kilogram bepakking 12 kilometer verplaatsen in maximaal 2 uur.
Naast de fysieke intest heb ik in de voorbereidingsperiode mijn vaccinaties gehad (malaria, hepatitis en gele koorts), is mijn kleding geïmpregneerd, heb ik met het peloton de infanteriedrill getraind, heb ik mijn persoonlijk wapen ingeschoten en ben ik gedurende zes maanden de vaste LO&Sportinstructeur van de A-cie geweest (integratie).”
Vertel eens iets over de cursus?
De cursus duurde zes weken en betrof een militaire opleiding voor eenheden (niveau 3) waarin het tactisch optreden in de jungle centraal stond. De belangrijkste onderwerpen waren: tactische infanteriedrill, schietoefeningen met scherp, infanteriedrill vanuit boten, oriënteren overleven, rivercrossing, verkennen van objecten en het leggen van hinderlagen.
Onze groep bestond uit 30 personen LMB en 30 personen van het Korps Mariniers in de rang van sld/marn tot elnt (PC). Ik fungeerde gewoon als groepslid en had geen kaderfunctie in verband met gebrek aan infanterie-ervaring. De ondersteuningsgroep bestond uit 60 man: chauffeurs, instructeurs, geneeskundige ondersteuning, bootgroep, communicatie en vaste kampstaf.
In de eerste week werd er gestart met theorie. Deze week vond plaats in barakken van het Surinaamse leger. Hierbij was het van belang dat je zelf goede aantekeningen maakte in je boekje ‘pienter’ (watervast papier). Deze had je in de rest van de cursus hard nodig.
Daarna zaten we 22 dagen aaneengesloten (zonder weekendbreak) in de jungle. Van ’s morgens zeven tot ’s middags vijf werden theorie- en praktijklessen gegeven, waarna we steeds terugkeerden in het basiskamp voor de overnachting.
Dit basiskamp bestond uit een aantal hangmatten en latrines. We moesten ons wassen in een sloot vlakbij het kamp. Het eten bestond uit 24 uurrantsoenen en ‘Struijk-zakken’, die je in heet water moest opwarmen.
De tweede week van deze periode was een overlevingsweek, waarin we ons vijf dagen zonder logistieke ondersteuning moesten redden. Na deze periode brak de weekendbreak in Paramaribo (ongeveer een uur rijden) aan. We verbleven daar in een hotel en genoten van het ‘luxe’ leven: douchen, lekker eten en een biertje.
Na deze weekendbreak was het tijd voor de eindoefening die anderhalve week duurde. In vijandelijk gebied kregen we steeds tactische opdrachten, zoals het leggen van een hinderlaag, objectverkenning en een aanval op een kamp.
We hadden weinig rust, waren permanent gecamoufleerd en hadden geen mogelijkheden voor persoonlijke hygiëne. Bijkomend voordeel was dat je relatief weinig last had van insecten, omdat je zo stonk. In de jungle geldt: hoe schoner je bent, des te groter de aantrekkingskracht voor insecten is. Wel was er voldoende slaaptijd omdat de duisternis vanaf vijf uur (snel) inviel.
We mochten geen onderkomens maken omdat we te dicht op de vijand zaten en sliepen op de grond tegen je rugzak, gezellig tussen de beesten. In de jungle is het onmogelijk om ’s nachts op te treden vanwege de dichtbegroeide omgeving en de gevaren (dieren, water/moeras en vijand). We mochten niet koken en kregen koud eten in aluminium zakken opgevoerd. Het bereiden van eten maakt geen onderdeel uit van het tactisch optreden. In de jungle zit je dicht op de vijand en moet je dus extra waakzaam zijn met licht, vuur, geluid en vooral geur.
Voor en na de eindoefeningen kregen we ook theorietoetsen, waarop je werd beoordeeld. De cursus werd afgesloten met een diploma-uitreiking. Helaas werden vijf man tussentijds ontheven van de cursus: vier van hen op grond van een blessure en eentje vanwege onvoldoende motivatie.”
Wat waren de belangrijkste fysieke problemen die je tijdens de cursus hebt ervaren?
Door het klimaat werd er fysiek veel van je gevraagd. Het was ongeveer 30 graden en een luchtvochtigheid van 90 procent. Dagelijks was er zware regenval tussen vier en zeven uur. Door de hoge luchtvochtigheid koelt je lichaam niet af omdat je zweet niet verdampt en wordt alles klam. Veel verplaatsingen gingen door water en moeras heen. Dit is zwaar voor je beenspieren. Ook gaan kleine wondjes ontsteken en zeer doen en ontstaan schimmels aan je voeten. Doordat je continue natte voeten hebt, krijg je last van weke voeten (loopgravenvoeten). Daarnaast heb je te maken met zogenaamde ‘prikkelheat’. Door gebrek aan persoonlijke hygiëne en schone kleren raakt je kleding ‘verzadigd’ met vuil, waardoor het niet meer ventileert. Hierdoor gaat de huid irriteren en prikkelen.”
Wat zijn de drie belangrijkste zaken die je hebt geleerd?
“Ten eerste het tactisch militair optreden te voet op pelotonsniveau. Daarnaast ben ik toch weer iets ‘gevormd’. Ik heb meer waardering voor de natuur gekregen en het besef dat we een luxe leventje leiden. Hierdoor ben ik flexibeler geworden en kan makkelijker relativeren. Als laatste heb ik nu voldoende kennis die nodig is om een peloton voor te bereiden op de Jungle Movement Course. Deze kennis ga ik gebruiken voor het ontwikkelen van een LO&FT-document, waardoor het ook geborgd blijft.”
Tot slot je top-3 van meest indringende ervaringen uit de cursus
“Ten eerste de overlevingsweek. Om zonder enige middelen een aantal dagen in de jungle te verblijven, heeft indruk gemaakt. Daarnaast waren de schietoefeningen met scherpe munitie wel heftig. Om in een moeilijk gebied (zicht minder dan vijf meter) sprongsgewijs een kamp aan te vallen, vereist discipline. Als je je niet aan de drill en formatie houdt, ontstaat een ‘blue on blue’ gevecht (friendly fire) met alle gevolgen van dien. Helaas is tijdens een actie mijn oordop uit mijn oor gevallen, waardoor ik gehoorbeschadiging heb opgelopen. Tenslotte was ik erg onder de indruk van het optreden vanuit speedboten (in plaats van voertuigen), dit geeft een heel andere dimensie aan de tactische drill.”
Maj Jan Maree, C-LO&Sportregio Midden NL (gepubliceerd in Zandloper 2010, nummer 3)
.