Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 

WE STELLEN EEN NIEUWE SPORTOFFICIER VOOR:
OLAV DE RUITER

Door Paul Lindeboom


Olav de Ruiter stelde zichzelf aan het begin van de VTO Officieren al in het kort voor op ons intranet:

In het Gelderse Druten ben ik grootgebracht met sporten als voetbal en judo. In het eindexamenjaar van de HAVO merkte ik affiniteit te hebben met lesgeven toen ik mijn judotrainer assisteerde bij een ‘moeilijke groep’. Vanaf toen zag ik de ALO als een serieuze vervolgstap. Vrijwel gelijktijdig bracht mijn beroepsoriëntatie mij ook bij de Koninklijke Landmacht, waar ik met goed resultaat de kennismakingsdagen van 11LMB doorliep. Ondanks dat het ‘dienen’, kameraadschap en het avontuur mij trokken, koos ik voor de HAN ALO in Nijmegen.
Op de HAN ontwikkelde ik mij tot een startbekwame docent LO. In het derde opleidingsjaar ontdekte ik dat ik sport liever benaderde als ‘middel’. Werken aan zaken als fitheid en persoonsvorming boeiden mij, want juist dan is de waarde van sport en bewegen goed zichtbaar. In deze periode leerde ik ook mijn huidige vriendin kennen waarmee ik nu samenwoon in Malden. Defensie was in de tussentijd niet van mijn netvlies verdwenen. Toen de vacature van Officier LO&S online kwam, twijfelde ik dan ook geen moment.
September 2019 ben ik gestart aan de KMA te Breda. Hoewel hier geen judo in het sportaanbod zat, kon ik er wel parachute springen bij de EPV in Bosschenhoofd. Deze nieuwe hobby is op het moment goed uit de hand aan het lopen. Op opleidingsgebied is het door de pandemie bij tijden uitdagend geweest. Ondanks dat heb ik het algemene deel succesvol afgerond en begin ik nu vol enthousiasme aan de VTO in Amersfoort.

Dat assistent-lesgeven aan die ‘moeilijke’ groep. Kun je daar iets meer over vertellen?
“Het ‘moeilijke’ zat in het gedrag. Je ziet vaker dat kinderen, die bij andere sportverenigingen niet te handhaven zijn, wél in een judotraining tot hun recht komen. Dit komt vanwege de pedagogische waarden die inherent zijn aan de sport. Na jaren van groei hadden we echter dusdanig veel van dit type judoka rondlopen dat werd besloten om ze bij elkaar te clusteren. Mijn bijdrage was vooral een extra paar ogen wat ik op de mat bracht en in algemene zin bracht ik als jonge vent een heel ander elan. De trainer keek naar de beweging en ik keek vooral naar het gedrag. Ordeproblemen werden minder, lesgewrichten duurden korter en dit kwam ten goede aan de intensiteit. Blijkbaar beviel dit, want het duurde niet lang voordat ik bij iedere training assisteerde.”


Wat waren je grootste successen in het voetbal en judo? Hoe ‘train’ je momenteel in een doorsnee-week op het gebied van judo en parachutespringen?

“Hier past oprecht bescheidenheid, want mijn sportief hoogtepunt heb ik al erg vroeg bereikt. In mijn jeugd was voetbal mijn primaire sport en als centrale verdediger van vv. SCP te Puiflijk speelde ik op een gegeven moment hoofdklasse in de C1. Met dit team maakte ik een seizoen mee waarin we zowel in de competitie als in de KNVB-beker alles wonnen. Dankzij een wakkere scout van NEC viel deze ploeg echter gauw uit elkaar en zelf was ik niet goed genoeg om uitgenodigd te worden in ‘Leningrad aan de Waal’.

Judo! Behalve dat deze sport mij ook als voetballer veel gebracht heeft, heb ik in mijn studententijd nog op leuke toernooien gestaan en enkele prijzen gepakt. Ik trainde vier keer in de week en ging Nijmegen vertegenwoordigen in de categorie -100 op de Groot Nederlandse Studenten Kampioenschappen (GNSK), ware het niet dat een blessure op het laatste moment roet in het eten gooide. Achteraf zie ik als mijn grootste succes dat ik als bestuurslid van de NSJV ‘Fudoshin’ een bijdrage heb kunnen leveren aan de judosport in Nijmegen. Belangrijkste wapenfeit; het mogelijk maken van de opleiding tot de zwarte band (1 e dan) binnen de vereniging. Ironisch genoeg zit die 1e dan voor mij nog in de pijp, mede door eerdergenoemde blessure.

In de zomer van 2020 heb ik parachutespringen opgepakt bij de CPV-ENPC in Bosschenhoofd. Na mijn ‘static line’ sprongen (automatische opening) heb ik ook mijn eerste vrije vallen gemaakt. Als de omstandigheden het weer toelaten, dan wil ik mijn A-brevet halen en verwacht ik ieder weekend drie tot vijf sprongen te maken.”


Na bovenstaande foto zeer toepasselijk: je bent inmiddels geland op de JPK in Havelte. In hoeverre heb je in de eerste weken gemerkt dat je voordeel had van de VTO Officieren?

“Vanuit het onderwijs over de systematiek, opleidingshuis, bouwplaat, maar ook door bijdrages van functionarissen op het gebied van O&T, logistiek, gereedstelling, plansynchronisatie, financiën en HRM, schort het me absoluut niet aan kennis. Ook hebben de vele bezoeken aan het werkveld gemaakt dat ik weet waar specifieke kennis en ervaring zit en hoe zo’n medewerker – het is vaak de ervaren onderofficier – een commandant kan versterken.”

Je bent inmiddels geland op de JPK in Havelte. In hoeverre heb je in de eerste weken gemerkt dat de VTO Officieren niet goed aansloot op de praktijk?
“Kan ik kort over zijn, want deze vraag kan ik pas echt over enkele maanden goed beantwoorden. Wat erg sterk is ingeregeld in deze organisatie is de rol -en taakverdeling op de LO&Sportgroepen. Mijn eigen functie als ‘second’ is daarvoor eigenlijk een bedreiging. Het is een concept wat nog wat pionierswerk vereist, maar een plan ligt er al. Hierbij is – en het zou ook onredelijk zijn om dat op zo’n korte termijn te verwachten – de VTO niet voorzienend geweest. Ik weet zeker dat dit bij de volgende lichting wel het geval zal zijn.”

Hoe kijk je in zijn algemeenheid terug op de VTO Offn?
“Zeer positief! Hoewel flauw - maar niet minder terecht - grijp ik dit aan voor een welgemeend dankwoord. Voorwaarde dat we ons programma op krachtige wijze hebben kunnen draaien, was de medewerking vanuit het werkveld. Hiervan was zeker sprake! Dit begon al toen ik op de KMA werd opgevangen door Maarten Groot en Lieske Dekkers tijdens de co-tijd, ging verder met een dienstvakmoment op de LO&Sportgroep LBK, georganiseerd door Lieske, en een functieoriëntatiedag onder leiding van Joost de Jong. Ook bijdrages vanuit Robin Francke, Chris Bakhuizen, Melvin Laport, Luuk Nissen, Eric Noorlander, Jan Welling, Niek van Gils, Brugt Bergsma, Ronald Poulissen, Tom Linthout, Zefnath Noija, Richard Borecki en Cathy Stoffers hielden de zaag scherp.”

Publicatiedatum: vrijdag 29 januari 2021