Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 
PLATFORM MS&C OP BEZOEK BIJ TOPSPORTTRAININGSCENTRUM PAPENDAL

                                                                               Door Maarten Groot

VLNR: Gijs van Hofwegen, Casper de Wit, Maarten Groot, Jeroen Ribbers, Eric Noorlander, Michael Groen, Mark Memelink, Reno Lok, Age de Wit.

Maandag 28 maart kwam het platform Militairy Strength & Conditioning (MS&C) bijeen voor de introductie van twee nieuwe leden en twee praktijk sessies met betrekking tot nieuwe ontwikkelingen, technieken en materialen voor S&C. Aansluitend werd een bezoek gebracht aan topsporttrainingscentrum Papendal.

Velocity Based Training
KAP Eric Noorlander introduceerde AOOi Jeroen Ribbers als platform lid en ELNT Maarten Groot als secretaris van het platform. Aansluitend verzorgde laatst genoemde een praktijksessie waarin velocity based training, met de nieuwe Gymaware powertool van de LO&Sportorganisatie, aan bod kwam. Door deze powertool middels een draad met een halter te verbinden kan onder andere de haltersnelheid worden gemeten, zie onderstaande afbeelding.

Door de haltersnelheid met verschillende gewichten te meten kan een kracht-snelheidsprofiel van een sporter worden opgemaakt. Deze geeft dan aan of deze sporter een kracht of juist meer snelheidsgerichte basis heeft, zodat hier specifiek op getraind kan worden. In onderstaande afbeelding is te zien waar de verschillende haltersnelheden zicht bevinden op de kracht/snelheidsrelatie.

Door een sporter met verschillende haltergewichten een oefening uit te laten voeren, en daarvan de snelheid te meten, kan een kracht-snelheidsprofiel worden opgesteld. Hiermee zou dan ook aan het begin en einde van een trainingsperiode gekeken kunnen worden in welk deel een sporter vooruit is gegaan. Zie onderstaande afbeelding van een individueel kracht-snelheidsprofiel over een trainingsperiode.

Naast het opstellen van een kracht-snelheidsprofiel kunnen er met de powertool submaximale krachttesten worden uitgevoerd, de spronghoogte worden bepaald, de diepte van een bepaalde oefening, zoals een squat, worden gemeten, of de afgelegde weg door de halter worden terug gekeken wat waardevolle feedback kan zijn voor voorslaan, trekken en stoten.

Verder kan de haltersnelheid worden gebruikt om de juiste intensiteit van de oefening te bepalen, of een grens te zetten wanneer een oefening stopt. Bijvoorbeeld: een sporter haalt de eerste herhaling een snelheid van 0,8 m/s. Is het doel van de training op snelheid gericht, dan kan worden bepaald dat de set stopt bij 20% snelheidsverlies, dus: 0,8-(0,8*0,2)=0,64 m/s. Ligt het accent van de training meer op hypertrofie, dan zou de set pas gestopt kunnen worden bij een snelheidsverlies van 40%, dus 0,8-(0,8*0,4)=0,48 m/s.

Doordat er in de Gymaware app de mogelijkheid is om geluidssignalen in te stellen, ontstaat ook een uitdagende (spel)situatie, waardoor de sporter mogelijk meer gemotiveerd is om alles te geven om het geluidsignaal te halen en meer plezier in de training ervaart.
Mocht er na het lezen van bovenstaande interesse zijn om zelf een keer met de Gymaware aan de gang te gaan, dan kan dat. Op de Sharepoint van Regio Zuid is een overzicht van bijzondere sportmaterialen. Hierin kan de Gymaware gereserveerd worden.

Hexbar/Trapbar

Na de praktijksessie velocity based training nam SGT1 Reno Lok ons mee in de tweede praktijk sessie over trainingen met een hexbar/trapbar. Omdat dit trainingsmiddel steeds vaker te vinden is op de verschillende LO&Sportgroepen werd er een verdieping gegeven in gebruik en oefenstof met de hexbar, zoals sprongvormen, één en twee benige of zelfs in schredestand variaties op de deadlift, maar ook bijvoorbeeld varianten als een farmers walk.
Ook zijn de mogelijkheden om het bovenlichaam te trainen aan bod gekomen. Voorbeelden hiervan zijn  varianten op de row en shoulder press.


Bezoek Papendal


Na de tweede praktijk sessie volgde een verplaatsing naar Papendal waar eerst een ontmoeting gepland stond met S&C coaches Gijs van Hofwegen en Michael Groen. Beide coaches gaven uitleg over de groepen waaraan zij les gaven en hoe de trainingen tot stand komen. Na een rondleiding langs de verschillende trainingsaccommodaties van Papendal, was er de gelegenheid om mee te kijken met een trainingssessie van enkele judoka’s, volleyballers en handboogschutters. 

Hierin vielen ook meteen de verschillen op tussen de lessen op een LO&Sportgroep en Papendal. Elke sporter volgende zijn eigen trainingsprogramma en legde de resultaten hiervan vast in de app Training Peaks, waardoor de coach inzicht had in de trainingsresultaten van de sporter. Elke sporter beschikte over een persoonlijk trainingsschema, waarbij dus zelfs sporters die dezelfde hoofdsport beoefenden soms verschillende oefeningen uitvoerden, of met verschillende intensiteiten trainden. Voorbeeld hiervan was judo, waarbij de trainers hadden geanalyseerd dat er in de hogere gewichtsklassen veel meer “op kracht” werd gejudo’t en in de lagere klassen juist meer op vermogen (power), wat zich weer uitte in andere oefenstof en weerstand.

Doordat elke sporter zijn eigen trainingsschema volgde met een hoge mate van zelfstandigheid, hoefden de coaches weinig oefenstof uit te leggen of een organisatie te draaien. Hierdoor was er veel tijd voor interactie met de sporter over andere zaken zoals slaap, voeding en progressie in de training, maar ook hoe de sporter er mentaal voor stond. Dit laatste was iets waarvoor Gijs en Michael juist tegen de LO&Sportorganisatie opkeken. Gijs die in het verleden als infanterist bij Defensie had gewerkt, herinnerde zich nog goed de sportlessen die in het teken stonden van mentale vorming en de begeleiding van de LO&Sportinstructeurs.

Na de training zijn we verder in gesprek gegaan met Gijs en Michael en sloot ook Casper de Wit nog aan. Casper werkt als sportwetenschapper en S&C coach op Papendal. Een van de onderwerpen die aan bod kwam, was de vraag of zij beschikten over een gemeenschappelijke achtergrond of doctrine waar vanuit de trainingsprogramma’s ontstonden. Hierbij gaven zij aan dat er op Papendal eigenlijk twee type trainers rondlopen, de een opgeleid in bewegingswetenschappen en doorgestroomd vanuit de universiteit en de ander doorgestroomd vanuit de ALO. Daarnaast putten zij kennis, net als de LO&Sportorganisatie, uit de National Strenght & Conditioning Association (NSCA). En recentelijk ook de Australian Strength & Conditioning Association (ASCA), die overigens net als de NSCA ook kennisproductie richting tactische atleten hebben.

Naast de verschillen tijdens de les waren er ook overeenkomsten in een aantal zaken waar de LO&Sportorganisatie ook tegen aan loopt, zoals de bewegingsarmoede onder de Nederlandse jeugd, waardoor de belastbaarheid afneemt. Daarnaast bleken ook topsporters soms met een afnemende motivatie de trainingen te volgen en komen dus ook wel eens te laat voor een training opdagen of geven niet de inzet die de coach op dat moment verwacht.

Terugkijkend een waardevolle uitwisseling van kennis en vergroting van ons netwerk waarvan we hopelijk in de toekomst nog veel gebruik kunnen maken.

Publicatiedatum: 08 april 2022