Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 


BIJZONDER DRIELUIK
INTERVIEW FERRY HOLIERHOEK

Door : Paul Lindeboom

Welke sport is vanuit je jeugdperiode het meest bijgebleven en wat was je mooiste sportsucces?
“Al van jongs af aan vind ik veel verschillende sporten leuk. Als kleine jongen heb ik voetbal (niets voor mij), badminton, karate, tennis, zwemmen en thaiboxen gedaan, maar wat ik het langste vol heb gehouden is judo. Dat was toch de sport waar ik alles in kwijt kon en waar ik blijkbaar een beetje talent voor had, en ook het lichaam. Dit heb ik van mijn zesde tot mijn 15e gedaan, en toen bleek dat ik vatbaar was voor de puberteit waarbij ik helaas mijn prioriteit verloor aan uitgaan en vriendinnetjes. Ik stopte en dat is het enige in mijn leven waar ik op terug kijk en een beetje spijt heb, ik had daar meer mee kunnen bereiken. Na mijn puberteit en zittende op het CIOS kreeg ik weer kriebels en ben ik terug gegaan naar mijn oude trainer. Hier heb ik nog een jaar of 2-3 getraind met plezier tot in de dienst inging en ik het niet meer kon en wilde combineren Mijn mooiste herinnering aan mijn judotijd is gek genoeg mijn eerste wedstrijdje als knulletje van 7. Geen idee wat er aan de hand was maar voor ik het in de gaten had, had ik er 3 op de rug liggen en stond ik op het hoogste podium. Uiteraard later meer mooie momenten gehad maar die staat op mijn netvlies en dat bekertje heb ik nog steeds.”

Welk CIOS heb je doorlopen en wat zijn je beste herinneringen?
“Ik heb mijn CIOS gevolgd in Goes. Tot op de dag van vandaag is er rivaliteit tussen de sportinstructeurs en docenten over welke CIOS nu het beste is, vooral Sittard en Arnhem gaan graag die strijd aan. Gelukkig is het algemeen bekend dat CIOS Goes de enige echte CIOS is. Dus dat is ook uit de lucht haha. Ik herinner me nog goed dat het eerste jaar best zwaar was omdat je de hele dag aan het sporten bent. Doordat iedereen les gaf in verschillende lessen bewoog je de hele dag. Maar ik vond het al lang best, lekker veel sporten en niet te veel studeren. Het tweede jaar was toch wel even anders, veel theorie kwam erbij kijken en ik besloot op kamers te gaan zodat ik geen reistijd meer had van Dinteloord naar Goes. Dit scheelde veel al ging deze tijd weer verloren aan feest, feest en nog eens feest haha. Ik had een flat met 3 andere bewoners en in ons gebouw zaten andere studiegenoten dus ja van leren kwam niet zoveel. Toch lukte het mij aardig om het jaar door te komen en alles te halen. Het derde jaar was voornamelijk stagelopen en ik liep een jaar stage op een asielzoekerscentrum (AZC) in Hellevoetsluis. Ik had als hoofdvak sportleider vorming en ik kon bij een buurman stagelopen en had daarom gelijk vervoer. Mijn beste herinneringen zijn de lange avonden feesten maar ook de triathlon die wij verplicht 2x moesten doen, dat was een hele ervaring. We kregen net theorie over biologische wetmatigheden over supercompensatie etc. Omdat dit te testen wilde ik de theorie in de praktijk uitproberen en begon op voeding te letten, overload, etc. Dit zorgde ervoor dat ik, iedereen verbazend, als 4e van de 150 na het zwemmen en fietsen liep. ik wist niet wat me overkwam want ik was helemaal niet van de duursport en al helemaal niet van het lopen. Helaas kreeg ik dan ook 500 m voor de finish kramp in beide kuiten en viel in het zijterrein. Strompelend heb ik de laatste 500m afgezien en helaas wat plekken verloren maar kwam alsnog in de top 10 binnen. Super mooie herinnering. (Wellicht wel basis van latere duurwerk.)”

Wanneer of waardoor is je idee ontstaan om sportinstructeur te willen worden?
“Ik wist dat al op jonge leeftijd, in ieder geval iets in de sport. Want ik wilde voornamelijk militair worden. Pas tijdens het CIOS ben ik de combinatie gaan zien om in bij Defensie sportinstructeur te worden. Maar dat moest dan wel bij de Mariniers, want dat leek mij de ultieme uitdaging.


Mijn tijd bij de mariniers was kort. Ik heb eerst 6 maanden afgezien in de opleiding maar tevens ook genoten, want het was wel wat ik ervan verwachtte. Mijn vorming heeft daar plaatsgevonden waar ik tot op de dag van vandaag gebruik van maak. Ergens aan beginnen, is afmaken! Bij weerstand niet meteen stoppen maar doorgaan, en als je wil bereik je wat je wil bereiken. Al die tijd had ik ook mijn doel voor ogen en dat was sportinstructeur worden bij het Korps Mariniers. Tijdens mijn werving en voorlichting was mij verteld dat met mijn CIOS ik een goede kandidaat  was voor deze functie en zagen mij graag komen natuurlijk. Na mijn opleiding kwam ik terecht in Doorn, bij het eerste mariniers bataljon, 12e compagnie. ik was LOAW-helper, dat betekende dat ik extra patroonhouders bij mij had om deze te delen met mijn buddy als LOAW schutter. LOAW staat voor Licht Ondersteunend Automatisch Wapen. Eigenlijk gewoon een Diemaco C7A1 met 2 poten ter ondersteuning.

In Doorn bleek een heel ander leven als in Rotterdam. Wij waren in voorbereiding op een grote oefening in Amerika. Daarnaast stonden wij op 24 notice voor Eritrea. Dat laatste ging helaas niet door voor ons. Na wat amfibische oefeningen op Texel waren wij niet veel meer aan het doen in Doorn dan 1 of 2 lesjes per dag geven en vooral veel sporten. Terwijl ik daar zat ging ik verder mijn doel achterna en ging informeren of ik al kon solliciteren op een sportinstructeurs functie? Toen kwam ik er achter dat het even anders in elkaar zat dan dat ze mij vooraf verteld hadden. Eerst moest je 4 jaar paraat draaien, koud- en nat weer getraind zijn, etc. Dan moet je uitgeloot worden om de korporaals opleiding in te mogen. Als dit al lukte, duurde die opleiding 1 jaar. Daarna moest je uitgeloot worden om de sportinstructeurs opleiding in te mogen en ook die duurde 9 maanden intern, ondanks CIOS. Dus mocht het allemaal lukken was ik zo 6-7 jaar verder. Dan is ook de functie nog voor 3 jaar en vervolgens moet je dan weer terug paraat. Mijn CC van die tijd vertelde mij over de KMS en dat het wellicht slim was om daar over na te denken, hij begreep mijn situatie heel goed. Omdat ik dan na 6 maanden KMS en 9 weken VTO zowel onderofficier zou zijn maar bovenal ook sportinstructeur voor “ altijd”. Na wikken ben wegen heb ik toen die keuze gemaakt en ging ik met mijn goede gedrag naar de KMS. Daar lag voor mij een cultuurshock klaar, want dat was even anders dan ik gewend was zeg. Wilde tijdens de INI 2 opleiding een aantal keer terug keren omdat de mentaliteit mij niet echt aan stond. Nu weet ik wel beter hoor….. ;-)”

Ferry als sportinstructeur, altijd en overal

Wat zijn je mooiste herinneringen aan je VTO-1 opleiding?
“Oei... goeie vraag, want eerlijk gezegd kijk ik niet zo positief terug op die VTO-1 weken. Door mijn tijd bij de Mariniers ben ik overbelast geraakt en kreeg ik last van mijn schenen. Door dit altijd genegeerd te hebben, kwam dit er tijdens de VTO helemaal uit. Ik kon amper nog lopen op sportschoenen en dus ook weinig meedoen. Dat was heel erg vervelend en daardoor had ik het niet echt naar mijn zin. Gelukkig was de groep wel heel leuk en heb ik mij ook wel vermaakt. De lessen MZV vond ik al snel erg leuk.”

Op welk moment is het idee ontstaan om bij een ROC te gaan werken en de LO/Sport te gaan verlaten?
“Ik ben iemand die snel dingen beu is en ben altijd op zoek naar nieuwe prikkels. Na 8 jaar sportinstructeur te zijn geweest en een HBO studie te hebben afgerond, voelde ik, in een tijd van een paar maanden, erg de drang komen om iets met dat diploma te gaan doen. Maar wat dan? Als SGT1 bij de sportorganisatie kun je al snel zien hoe je loopbaan eruit ziet. Je wordt SM en ga je iets meer planning en aansturing doen en met beetje (lees: veel) mazzel wordt je nog AOOI en ga je met FLO - uiteraard wat kort door de bocht en zijn er genoeg andere wegen. Dat was in ieder geval niet mijn toekomstbeeld en toen ik ging bekijken wat onze sportofficieren allemaal deden werd ik ook daar niet heel warm van.

Van zelf fanatiek sporten wordt Ferry wel warm

Toen kwam er een oud collega (Davy van Zuijlen) eens langs op het sportbureau op de KMA om te voetballen of badmintonnen met mijn maat Sander Klap (R.I.P.). Hij vertelde mij over toen nog OJKL en Vrede en Veiligheid en dat zoiets echt wat voor mij zou zijn. Dit maakte mij nieuwsgierig en ben eens een dag gaan kijken. Hier raakte ik heel enthousiast van omdat het nog zoveel raakvlak had met het werk wat ik nu deed maar met toch meer taken in een heel andere organisatie. Zo werd je ook mentor en krijg je allerlei onderwijs gerelateerde projecten die je kon gaan doen. Daarnaast ging ik van een MBO naar een GBO functie met de daarbij behorende voordelen die ook niet misselijk waren. Vind ik 12 weken vakantie op een jaar vervelend? Nee daar kan ik ook wel wat mee. Zo gezegd liet ik mijn gevoel bepalen en waagde de stap, zoals ik alles in mij leven beslis... op gevoel.”

Wat vond je het grootste verschil tussen je eerste LO/Sportfunctie en je eerste ROC-functie?
Zo, goede vraag! ik denk de doelgroep als eerste. Je gaat van stafofficieren naar parate militairen naar jonge KMS cadetten ineens naar pubers van 15-20 jaar. Van militairen naar burgers. Dat vergde even een omschakeling in aanpak. Het heeft even geduurd voordat ik ook mijn militaire benadering los kon laten naar een verantwoorde pedagogische aanpak.

Met oud-LO/Sportcollega Erik Raterink, nu ook een ROC-collega

Daarnaast is de militaire organisatie met alle kameraadschappelijkheid, als groot voorbeeld, een enorm verschil met een werkteam van burgers en beleidmakers. Dit verschilt met name in de aanpak, daar waar je vaak wist waar je aan toe was bij Defensie door directief leiderschap kan het in het onderwijs nog al eens gepamperd aan toe gaan. Dat is erg wennen.”

Je bent momenteel erg actief in het trailrunnen, terwijl je op het oog het postuur van een judoka hebt. Hoe ben je hieraan verslaafd geraakt en wat is tot nu toe je mooiste ervaring?
“Haha, mooi dat je dat ziet en zegt Paul, en inmiddels weet je dat je daar gelijk in hebt. Ik heb hardlopen altijd verschrikkelijk gevonden, maar ja was er ook niet goed in. Mijn eerste collega's op de KMA kunnen dat ook wel bevestigen, denk ik. Tot ik de liefde van mijn leven leerde kennen daar en wij samen begonnen te lopen. Ik vond het leuk om samen met haar te trainen al vond ik lopen nog niet echt leuk. Toch ben ik dit vol gaan houden, mede door de lessen die gegeven moesten worden, maar ook door samen lekker te trainen.

Met vrouw Cindy deelnemer aan de eerste LO/Sport Trailrun in Harderwijk

Op een gegeven moment was het normaal dat we iedere zondag ochtend samen gingen lopen. Mijn, al snel zijnde vrouw Cindy, ging toen wedstrijdjes lopen, daar was ik nog niet klaar voor en zag ik niet zitten. ik was er tenslotte nog steeds niet goed in. Maar ja je hoeft ook niet te winnen, een halve marathon lopen is een prestatie voor je zelf, zeker in Egmond. "Zullen we die samen doen schat"? Hoor het haar nog zeggen, maar sindsdien kan ik niet meer stoppen. Ik zag collega's, zoals Michel van Dongen, op  een gegeven moment stomverbaasd naar mij kijken en zich afvragen wat er met mij gebeurd was, haha. Mede door Egmond merkte ik al snel dat ik de afwisseling van een parcours erg leuk vond en ging steeds meer in het bos lopen. Toen de eerste trails in Nederland kwamen besloot ik daar aan mee te doen en dat doe ik nog steeds met volle overgave. Trails zijn uitdagend, in de natuur, afwisselend, nooit hetzelfde en overal te wereld te ontdekken. Snelheid en tijd? Lekker belangrijk!!!"

Lees ook de eerdere artikelen van Ferry over de landelijke VEVA-dag en/of de VEVA Mudrun. Samen met dit interview een mooi drieluik!