De redactie ontving van Pieter van der Peet de tip dat Max Sibbald een Syrische badmintonner trainde/begeleidde die in Tokio aan de Olympische Spelen gaat deelnemen. Tevens een advies om Max hierover eens te interviewen. Wat graag opgevolgd werd.
Hoe ben je in contact gekomen met de Syrische badmintonner? Kende je hem al vanuit de badmintonwereld of had je zijn naam wel eens gelezen in artikelen?
Aram Mahmoud heb ik voor het eerst gezien in een tv-programma van SBS6, een verlegen vluchteling uit Syrië. Net als vele gevlucht voor de oorlog. Hij heeft een lange weg afgelegd om naar Nederland te komen via Libanon, Turkije en Griekenland.
Aram is een zoon van een oud-generaal van de Syrische luchtmacht, dat betekende veel sporten op een legerkazerne in Syrië. Het sporten gebeurde natuurlijk onder toezicht van zijn vader.
Na het tv-programma werd Aram ingelijfd door de eredivisie club BVA Almere, waar mijn dochter (Manon) als eerste dame speelde. Ik was daar conditie- en hersteltrainer en ook verbonden aan de badmintonschool Flevoland. Ik ben hem toen gaan volgen en ik ging mij verdiepen in zijn leven, interesses, motivatie en doelen van zijn leven.
Hoe heb je de kwaliteiten van de Syrische badmintonner bepaald c.q. een nulmeting verricht om trainingsschema’s te kunnen opstellen?
Zijn talent voor topbadminton was mij al opgevallen. Niet alle trainers zagen dat, want 5 jaar geleden zag de toenmalige bondstrainer geen topbadmintonner in hem. Dus al vroeg was de weg naar de top via Papendal geen optie. Er werden andere wegen gezocht om alsnog zijn doelen te bereiken. Hij woonde in Almere en speelde daar ook bij de eredivisie club . Het was belangrijk voor Aram, dat hij in de buurt kon trainen. Daarom heeft hij de eerste 2 jaar op het Regionaal Trainingscentrum (RTC) Flevoland getraind, waar ik samen met Dicky Palyama trainer was.
Hij ontwikkelde zich daar steeds beter ondanks dat hij weinig sparring had. Na 2 jaar RTC moest er wat anders komen om hem op een hoger niveau te krijgen. We waren altijd opzoek om steeds beter te worden.
Heeft hij een sparringpartner in NL van vergelijkbaar niveau?
Aram had dus sparring partners nodig en het liefst van zijn niveau. Dat is in Nederland moeilijk te vinden. Aram heeft geprobeerd om bij de singelaars van het Nederlands team in Papendal te trainen. Het aanbod (trainen met de B-selectie) wat ze deden was niet goed genoeg en het was niet te combineren met zijn studie aan de “Johan Cruyff Academy”. Daarna was het idee gekomen om een eigen team op te richten met als doel de Olympische Spelen te halen en zijn wereld ranking (WR) te verbeteren.
Een trainingsgroep in Almere was de oplossing. Uiteindelijk hebben we twee spelers gevonden die bereid waren voor de sparring, Sebastiaan Li en Thomas Sibbald (mijn zoon), beide speelden eredivisie in Nederland. Zij zijn natuurlijk niet op hetzelfde niveau als Aram, want Aram is momenteel nummer 3 van Nederland en staat op plaats 170 op de wereld ranking (WR). Het idee was ook om spelers uit het buitenland te halen als sparring partners en dan moet je denken aan Indonesië, Maleisië of Denemarken. En toen kwam Covid-19 om de hoek kijken, dus dat verhaal ging niet door.
Als trainer/begeleider van deze groep heb ik samen met Aram gekeken wat hij miste in zijn spel om een hoger niveau te bereiken. En dat was vooral proberen te versnellen op de baan. Dus krachttraining in combinatie met plyometrics, speed en quickness/agility drills waren een must! Aram had nog weinig ervaring met krachttraining en zeker in combinatie met de baantrainingen was het mentaal zwaar voor hem. Ook de trainingsvorm 2 tegen 1 op de baan is voor hem belangrijk geweest om meer snelheid te krijgen. Elke training is gemonitord met een hartslagmeter om inzicht te krijgen in de belasting. In de voorbereidingsperiode moest er ook worden hardgelopen en daar doe je Aram geen plezier mee, maar met een potje zaalvoetballen wel. Dus ook dat hebben we in zijn programma opgenomen en dit was een uitstekende vorm om zijn uithoudingvermogen te verbeteren. Door zijn verleden is hij ook een uitstekende voetballer en basketballer en onbewust heeft hij zich breed motorisch ontwikkeld. Daarom is het belangrijk ook dit in zijn trainingsprogramma op te nemen. Door een gevarieerd trainingsprogramma aan te bieden in overleg met spelers (speler centraal) was het voor mij ook een uitdaging. Er werd dan hard en met veel plezier getraind, ook zonder de trainer erbij.
In welke vorm(en) begeleid je hem nu? Of hoe geef je de trainingen?
Het begeleiden is meer dan alleen training geven en een trainingsprogramma schrijven. Omdat zijn familie nog steeds in Syrië is, is het moeilijk om steun bij je familie te krijgen. Door zijn situatie komt er meer bij kijken dan training geven alleen. Je moet dan denken aan schoolbegeleiding, zoeken naar sponsoren, advies en helpen over allerlei zaken wat voor ons misschien normaal is. Je bent een soort vader voor hem. Na de tweede lockdown kon hij zich meer optimaal voorbereiden in Nederland voor de Olympische Spelen (OS). Doordat hij een beurs heeft gekregen van ‘Olympic Solidarity’, kon hij zijn programma in Denemarken voortzetten onder toezicht van goede trainers. Deze beurs is speciaal voor vluchtelingen die uitkomen voor het ‘Refugee Olympic Team Tokyo 2020’. We hebben nu wekelijks contact over zijn vorderingen. Vandaaruit gaat hij deelnemen aan de OS. Na de OS gaan we evalueren hoe we verder gaan en dan zal zijn studie belangrijker worden, want met badminton kan je in Nederland niet je brood verdienen.
Hoe is het kwalificatietraject van Aram verlopen? Lijkt mij met de toestanden in Syrië lastig om wedstrijden te spelen.
Ondanks de omstandigheden in de wereld heeft hij toch nog wat internationale toernooien kunnen spelen om te werken aan zijn ranking. Het belangrijkste voor het kwalificatietraject was een zo’n hoog mogelijke WR om Tokyo te halen. Alle wedstrijden waren in Europa. Het resultaat was goed genoeg om uitgezonden te worden voor het ‘Refugee Olypic Team Tokyo 2020’.
Wat verwacht je in Tokio van hem of hoe ziet zijn eigen verwachtingspatroon er uit? Hoe hoog staat hij op een wereldranglijst (WR) en wat zijn de kansen op progressie in de nabije toekomst? Kan hij ervoor zorgen dat het niveau van NL-spelers omhoog gaat?
In Tokio wordt er gespeeld in een poulesysteem en dat is anders dan een afvalsysteem wat internationaal normaal is in de badmintonwereld. De poule-indeling is bekend en hij zit bij een Indonesiër met een WR 6 e plaats en een speler uit de top 100 uit Singapore. Aram staat momenteel 170 e op de WR. Aram zijn verwachtingspatroon is 2 e worden in de poule met goed spel. De spelers uit Azië hebben zeker 1 jaar niet gespeeld buiten hun eigen land vanwege Covid-19. Het zal spannend worden.
Voor de toekomst zie ik zeker een top 100 in hem omdat hij al een paar keer heeft gewonnen van spelers uit de top 100. Hij heeft al 3 keer op rij gewonnen van de nummer 2 van Nederland en die heeft een WR van 96. Voor Nederland is hij zeker een aanwinst. Ik hoop dat hij in de toekomst voor Nederland kan uitkomen op een WK of EK.
Publicatiedatum: 21 juli 2021