Het staat er zo mooi in de doelstellingen van "Vrienden van het dienstvak LO&Sport". "Het ondersteunen van medewerkers en oud-medewerkers van de LO&Sport bij het elkaar ontmoeten, het uitwisselen van kennis en ervaring en het delen van herinneringen en emoties".
Wat kan je ermee als redactie? De redactie is zeker niet ontevreden. Maar wat meer kennis en ervaring uitwisselen zou mooi zijn. Dus je bent vriend van de LO&Sport, je leest wat en denkt dat is ook interessant voor anderen en maakt ze daar op attent. Dat is de aanleiding voor de rubriek "Voor u gelezen".
Spiervezelstypes in de sport
Wij lazen voor U in Sportgericht nr 6 van 2021 een artikel getiteld "Spiervezels in de sport". Het is een tweeluik geschreven door Dr. Eline Lievens (werkzaam aan de universiteit van Gent, schrijfster van het proefschrift "The relevance of muscle fiber typology in sports".https://strato-editor.com/.cm4all/widgetres.php/com.cm4all.wdn.PhotoGallery/images/thumbnail-gallery.png
Zij constateert dat in sportopleidingen wel gesproken wordt over trage en snelle spiervezeltypes, maar er nauwelijks aandacht is voor wat je met die kennis kunt. Dat is een gemiste kans.
Vroeger was het moeilijker om spiervezeltypes vast te stellen. Dat moest met een biopsie – een monster nemen van een spier met een dikke holle naald. Nu kan men spiervezeltypes vaststellen met MRS (Magnetische Resonantie Spectroscopie).
In het artikel laat Eline Lievens zien hoe de Myotypes traag-intermediair-snel verdeeld zijn bij 87 elite sporters in diverse atletiekdisciplines. Van Marathon tot 100-200meter lopers. Datzelfde doet ze voor 80 elite sporters in diverse wielrendisciplines. Van ronderenners tot baansprint en Keirin en BMX en van 118 voetballers uit de Belgische eerste klasse.
Pacingstrategie
Ze laat zien dat kennis van de spiervezeltypering van atleten bruikbaar is voor de tempokeuze tijdens een wedstrijd. Zo werd aangetoond dat lopers met een traag myotype tijdens 800m en1500m meer baat hebben bij een gelijkmatig tempo. Lopers met een snel myotype willen graag een traag begin en pas versnellen in het laatste deel van de wedstrijd.
Geïndividualiseerd trainen
Onderzocht werd of vermoeidheid en herstel verschillend waren als atleten met een traag of snel myotype een intensieve training deden. Gekozen werd voor de Wingatetest (een drie keer 30 seconden all out inspanning op de fiets). De verschillen waren opmerkelijk groot. De daling in vermogen over drie tests was bij personen met het snelle myotype 20% hoger dan bij sporters met het trage myotype. Ook bleek het herstel liefst 15 keer langzamer te zijn bij personen met een snel myotype. Kennis wat het myotype van een sporter die je traint is zeer bepalend voor de dosering van rust en arbeid tijdens een training!
Risico op blessures
Er werd gekeken of het myotype een voorspellende risicofactor is voor spierscheuren bij elite voetballers. Uit de analyse bleek dat spelers met en snel myotype een 5,3 keer hogere kans hebben om een hamstringblessure op te lopen dan spelers met een traag myotype!
Conclusies
Kennis van het myotype is waardevol voor de sportpraktijk. Nu spiervezeltypering door MRS bepaalt kan worden, kan die kennis vaker gebruikt worden bij talentontwikkeling, selectie, training, blessurepreventie en begeleiding van sporters.
Het hele artikel lezen kan je in Sportgericht nr 5 en 6 uitgave 2021
Publicatiedatum: 16 februari 2022