Door : Wil Maaswinkel
Het is augustus, de redactie van www.fitforaction.nl “ Vrienden van het Dienstvak LO/Sport” zit bij elkaar. Op 29 december 2015, bestaat de (hun) LO/Sportorganisatie 40 jaar als zelfstandige organisatie! Daar willen ze aandacht aan besteden. Er ligt een “kladlijst” waarop 50 (mogelijk) memorabele momenten staan. Maar wat is boeiend? Wat is belangrijk genoeg? Wie weet “echt” wat, over die memorabele momenten? Hoe betrekken we de andere “Vrienden LO/Sport” bij het vertellen over memorabele momenten? Wie zijn er markant? Over wie is een mooi verhaal te vertellen? Ze besluiten om in de maanden september/oktober/november/december 2015 verhalen te (laten) vertellen op www.fitforaction.nl. Ik zie de bui hangen. Ik ben de oudste. De lijst Memorabele Momenten begint met: “1975 Oprichting ‘zelfstandige’ LO/Sportorganisatie Koninklijke Landmacht Elco 0053 als deel van het Commando Opleidingen Koninklijke Landmacht (COKL). Bingo!
Oprichting LO/Sportorganisatie Koninklijke Landmacht
Veertig jaar geleden op 12 november 1974 besluit de legerraad “de LO/Sportfunctie” van de KL in zijn geheel onder te brengen bij het Commando Opleidingen van de Koninklijke Landmacht. Er waren al eerdere pogingen, maar nu is er succes! Er komt een zelfstandige organisatie. Een belangrijke voorwaarde, voor samenhangend beleid en meer grip op de uitvoering van de Militaire Lichamelijke Oefening (MLO) en de Sport in de Koninklijke Landmacht, wordt vervuld!
Sprong voorwaarts
Het is een sprong voorwaarts. Maar aan elke sprong gaat een aanloop vooraf. Hoe zag die aanloop eruit? Wie waren er bij betrokken? Welke argumenten werden er gebruikt? Hoe is men het eens geworden? Welke compromissen zitten erin? Wat werd er daarna als eerste opgepakt? Vragen waar ik het “fijne” niet van weet! Mensen die het meemaakten kan je het niet meer vragen.
De geschiedenis
Ik duik maar eens in het boek “Geschiedenis van de Lichamelijke Oefening en Sport in de Koninklijke Landmacht”(geschreven in 2000 en uitgegeven bij het 25-jarig jubileum van de LO/Sportorganisatie). Op blz.113 vind ik een eerste spoor van logica. Er staan foto’s uit 1940/1941. Op die foto’s studenten aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Amsterdam. De namen: Willem Brederode, Jan Spanjaard en Karel de Wijk! Als de oorlog uitbreekt zijn ze als cadet in opleiding op de KMA. Ze worden ingezet bij de verdediging van Nederland. Karel de Wijk is commandant van een zestal bunkers aan de Maas zuid van Nijmegen. Bij de strijd worden drie bunkers totaal vernield. Er vallen bij de eenheid zes doden en acht zwaar gewonden. Karel de Wijk wordt in krijgsgevangenschap afgevoerd naar een kamp zuid van Berlijn. In juli 1940 keert hij terug uit krijgsgevangenschap. Later dat jaar startten Karel de Wijk, Willem Brederode en Jan Spanjaard een studie aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) in Amsterdam.
|
|
Invloed Lichamelijke opvoeding op MLO en Sport
Zij kiezen voor de studie voor leraar Lichamelijke Opvoeding. Van 1940 tot 1942 volgen ze de studie aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Maar in 1942 worden ze toch als een potentieel gevaar gezien door de Duitsers. Willem Brederode en Karel de Wijk worden opgepakt. Jan Spanjaard duikt onder. Willem en Karel worden op transport gezet naar een kamp in Zuid-Duitsland. Tijdens het vervoer naar het kamp slaagt Brederode, samen met mede cadet Carlier, er in te ontsnappen. Zij zien kans in 1943 Engeland te bereiken. Willem Brederode wordt aan het eind van zijn loopbaan een “zeker” door de LO/Sportgroep graag “geziene” Gouverneur van de KMA.
Karel de Wijk wordt opgesloten met een flink aantal (militaire) lotgenoten. In kampen in Zuid Duitsland en Polen. Hij zegt daarover: ”Het was een afwisseling van eenzaamheid, verdriet, spanning, sleur, vreugde en humor. Zeven ontvluchtingen worden gehonoreerd met eenzame opsluiting. Kortom, een scala van menselijke reacties, in beeld brengend de kleinheid en grootheid van de mens”. Zijn moedige gedrag en de vriendschappen voor het leven die daar ontstaan, zullen later hem en de LO/Sport nog goed van pas komen!
Van 1946 tot 1950 wordt hij uitgezonden naar Indonesië. In 1952 wordt hij geplaatst bij de sectie opleidingen van het Hoofdkwartier KL. Waar hij o.a. belast wordt met LO en Sportvraagstukken. Over Jan Spanjaard is niet meer bekend dan dat hij een periode hoofdinstructeur op de SMLO is en later een periode tussenpaus is op de sectie LOS.
Bureau LO/Sport
In 1954 wordt Karel de Wijk gevraagd voor een functie op het bureau LO en Sport van de Afdeling Opleidingen van de Inspecteur Generaal Koninklijke Landmacht. Belangrijkste opdracht: De LO/Sportorganisatie, die in 1952 door de Generale staf is opgeheven, weer van de grond af opbouwen. Hij wordt toegevoegd als kapitein aan majoor Gerrit Storm. Hans Wedel wordt gevraagd als Stafonderofficier en zal dat, later samen met Miel Hollard, lang blijven! Storm heeft weinig met de MLO en besteedt zijn aandacht en tijd vooral aan sport (vooral het Nationaal Militair voetbalteam). De janboel die Karel de Wijk aantreft is groot. Er is geen organisatie, geen systeem, geen structuur. Wel een behoorlijk aantal instructeurs, maar nauwelijks leiding en onvoldoende deskundige officieren. Karel de Wijk start met het opzetten van het beleid en de structuur van de Militaire Lichamelijke Oefening. Zijn ervaringen opgedaan in zijn oorlogs-en krijgsgevangenschapsperiode zijn van invloed op de doctrine voor de MLO en de opbouw van de LO/Sportorganisatie.
Samen sterker
Het contact tussen de Majoor Storm en de SMLO is slecht. Met de komst van Karel de Wijk verbetert dat. Commandant SMLO Koos Rijkens en Karel de Wijk, twee sterke persoonlijkheden, gaan samen aan de slag. Dat werkt. Vijf (reserve) officieren opgeleid aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding worden aangesteld als burgerdocent aan de School Militaire Lichamelijke Opvoeding. Er komt een (8 maanden) opleiding voor LO/Sportofficier en een (6 maanden) opleiding voor LO/Sportonderofficier. Er komt een plan voor realisatie van LO/Sportinfrastructuur en de aankoop van LO/Sportmateriaal. Later ontstaat de functie van Garnizoen LO/Sportofficier (pril begin van de LO/Sportorganisatie). Ondanks dat er in het begin van het Bureau LO en Sport veel energie verknoeid wordt aan onderlinge onenigheid, wordt er vooruitgang geboekt. Als Gerrit Storm op een zijspoor wordt gezet, kan Karel de wijk nog voortvarender verder.
De aanloop naar de LO/Sportorganisatie KL
Toch blijft er veel te wensen over. De directieven (grotendeels voorbereid door het bureau LO en Sport) komen van de Inspecteur der Opleidingen (IDO). Maar directe invloed op de uitvoering is er onvoldoende. Het LO/Sportpersoneel zit niet in de commandolijn. Het personeel is ingedeeld bij de lokale eenheid waar het werkt. Het staat onder bevel en wordt beoordeeld door de Commandant van het onderdeel waarbij het is ingedeeld. (Luchtmacht model). Wat die commandant wil en belangrijk vindt krijgt vaak prioriteit. Ook als dat strijdig is met de door het IDO gegeven richtlijnen en aanwijzingen. Toch ontstaat er langzamerhand structuur. De KL wordt onder verdeeld in 24 rayons. Daarboven ontstaan Regio’s, die samenvallen met de Regio’s van het Nationale Territoriale Commando. De grip wordt beter maar de cultuur van de eigen “koninkrijkjes” staat snelle verbeteringen nog weleens in de weg.
Beleidsconcept Fysieke Vorming
In 1969 wordt het Commando Opleidingen Koninklijke Landmacht (COKL) opgericht. Eén van de (tijdens zijn krijgsgevangenschap) beste vrienden van Karel de Wijk, Generaal Majoor Joop van Elsen, wordt de Commandant. Dan gaat het hard. Er is de mogelijkheid voor LO/Sportofficieren in diensttijd de ALO te halen en er komt de mogelijkheid Majoor te worden in de LO/sportorganisatie. Het bureau LO/Sport is dan al de sectie LO/Sport. De staf is uitgebreid met een aantal officieren, die (in diensttijd) de ALO hebben gedaan. (O.a. Luc van der Wee, Frans Jonkheere, Cees Duyndam, Ad Velo.
Doorslaggevend is de totstandkoming van het “Beleidsconcept Fysieke Vorming” op Landmachtstafniveau (1973). In dat beleidsstuk is de basis gelegd voor waar de LO/Sportorganisatie ook nu nog voor staat. Ik citeer: `Fysieke vorming is het doelbewust en doelgericht bevorderen van de lichamelijke en mentale ontplooiing, als mede het ontwikkelen en instandhouden van een goede fysieke conditie. Bovendien is zij gericht op de ontwikkeling van het voor de militair vereiste mentale en lichamelijke incasseringvermogen`.
In de definitie zie je, duidelijk, de invloed van militairen (LO/Sportofficieren) die weten wat je met lichamelijke opvoeding kunt en wat de krijgsmacht nodig heeft! Het fundament is gelegd.
De tijd is rijp voor een `zelfstandige’ LO/Sportorganisatie. Een werkgroep krijgt een opdracht die luidt: Hoe dienen beleid, directie en uitvoering van de LO/Sportfunctie in de nieuwe KL structuur te worden geïntegreerd, mede rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen in de fysieke vorming? Geef aan hoe de organisatie dient te worden gevuld teneinde een optimale uitvoering van de fysieke vorming te garanderen`.
Over het advies van de werkgroep vindt nog wat touwtrekken plaats tussen COKL en NTC. Er dreigt een patstelling. Maar op 12 november gaat de kogel door de kerk! De legerraad besluit om de LO/Sportfunctie in zijn geheel onder te brengen bij COKL. Karel de Wijk is klaar. Luc van der Wee wordt de eerste commandant! Nog niet onder de LO/Sportorganisatie vallen de LO/Sportgroepen van de KMA, KMS en de SMLO. Er blijft nog wat te wensen!
Na een lange aanloop, een forse afzet en een korte zweeffase is de LO/Sportorganisatie goed geland.
Publicatiedatum: september 2015