Van 14 tot 16 maart vond in München het National Strength & Conditioning Assossciation (NSCA) EuroCon event plaats. Tijdens dit congres presenteerden verschillende sprekers de nieuwste bevindingen op het gebied van training en gezondheid. Ook stonden er diverse vertegenwoordigers van fitness bedrijven om de nieuwste technologie en trainingsapparatuur aan ons te demonstreren. Verder waren er ook praktische workshops te volgen over het trainen van tactische atleten, trainen met blood flow restriction, en velocity based trainen.
Vanuit het platform Military Strength & Conditioning (MS&C) bestond de afvaardiging uit Aooi Raimond van der Boom, sgt1 Morten Alberts en Kap Maarten Groot.
Geschiedenis NSCA
Tijdens de opening vertelde Boyd Epley, oprichter van de NSCA, over de begin jaren van Strenght & Conditioning (S&C) in American Football. Boyd was in 1969 de eerste S&C coach in American Football. De fysieke trainingsprogramma’s hadden tot die tijd altijd bestaan uit meer aerobe trainingsprogramma’s omdat men er in die tijd van was overtuigd dat krachtraining spelers langzamer maakte. Nadat Boyd was aangenomen, sprak de hoofdtrainer hem dan ook aan met de woorden: “If anyone gets slower you’re fired”. Boyd besefte dus heel goed om zijn baan te kunnen behouden, dat hij moest aantonen dat zijn trainingen bijdroegen aan de ontwikkeling van snelheid. Dus werd regelmatig een 30 meter sprint gemeten en de resultaten direct aan de hoofdtrainer voorgelegd. Dat dit positief heeft uitgepakt, bleek wel uit het feit dat de Nebraska Huskers 5x nationaal kampioen werden, en dat S&C coaches niet meer weg te denken zijn uit het American Football en andere sporten. Om zelf door te ontwikkelen als S&C coach richtte Boyd de NSCA op om kennis en ervaring uit te kunnen wisselen met collega’s uit het vak.
Verder deelde Boyd enkele lessen die hij heeft geleerd tijdens zijn carrière. Hierbij merkte hij op dat sporters graag trainen in goede faciliteiten. Dus een mooi ingerichte en goed opgeruimde trainingsfaciliteit zorgt ervoor dat mensen überhaupt willen komen trainen. Verder hanteerde Boyd een systeem van beloningen waarbij spelers bepaalde privileges konden winnen aan de hand van geleverde prestaties. Zo was er één speciaal lift platform in het midden van de trainingsfaciliteit waar vaak oefeningen werden gedemonstreerd. Dit platform werd omringd door een rood tapijt. Alleen spelers die ooit een bepaald gewicht hadden ge-squat mochten op dit tapijt lopen.
High Intensity Interval Training
Martin Bucheit vertelde over zijn ervaringen als S&C coach in handbal en voetbal. Hoe hij als beginnend coach dacht dat het belangrijk was voor de fysieke ontwikkeling van spelers dat zij in alle energiesystemen getraind werden. Daarmee begon hij in het voorseizoen dus met heel veel omvang, lange duurlopen in het bos, 5 uur fietsen in de bergen, oriëntatie lopen van 3 a 4 uur en interval trainingen van 4x4 minuten. Al snel begonnen de spelers kritische vragen te stellen over de bijdrage hiervan aan de prestaties op het veld, zeker omdat zij zagen dat het niet altijd de fitste spelers waren die uitblonken op het veld. Hierdoor is Martin zijn trainingsprogramma’s gaan herzien en veel onderzoek gaan doen naar welke vormen, frequentie, intensiteit, rust en omvang de beste resultaten opleveren. Hierbij kwam hij steeds meer uit op High Intensity Interval Training (HIIT). Met deze trainingsvormen kon hij dezelfde resultaten behalen als de lange duurtrainingen die hij eerder voorschreef, alleen nu in een fractie van de tijd. Ook kon hij met HIIT ook een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van snelheid en vermogen terwijl hij ook aan het uithoudingsvermogen werkte. Verder bood HIIT de kans om verder te individualiseren door bijvoorbeeld op basis van de resultaten van een inspanningstest op het voetbalveld, niveau groepen te maken om in te trainen.
Voordelen van voorvoetlanding
Irene Davis gaf een interessante lezing over de voordelen van een voorvoet landing op hardloop prestaties. Hierin gaf zij een duidelijke uiteenzetting wat ons hedendaags schoeisel doet met de enkel en knie. Sinds de jaren 70 is er een enorme toename in hardloop blessures terwijl de schoenindustrie steeds met innovatievere modellen kwam met meer demping en anti-pronatie. In plaats van minder, ontstaan er juist meer en vaker terugkerende blessures. Ondanks alle technologie die in schoenen gestopt wordt, kun je afvragen of dit nu echt helpt. Davies liet zien dat door veranderingen in de schoenen, de voeten niet geactiveerd worden zoals dat zou moeten. Voeten worden niet geactiveerd; spierweefsel en bindweefsel worden lui en gaan daardoor minder goed functioneren. Met duidelijke voorbeelden wat deze innovaties voor effecten hebben op het lichaam gaf zij aan dat minimalistisch schoeisel de voet kan laten functioneren zoals dat bedoeld is. Een flexibele schoenzool, minder demping en meer bewegingsvrijheid zorgen voor een optimale aansturing waardoor blessures verminderen en het lichaam beter kan functioneren en dus presteren.
Foamrolling
Dr. Robert Schleipp deelde zijn laatste wetenschappelijke inzichten op foamrolling en stretching. We weten dat zowel statische stretch methoden als foamrolling de Range of Motion (ROM) lokaal in het lichaam positief kunnen beïnvloeden. Maar met name foamrolling geeft een positief effect op de ROM en kan gerichter en op verschillende plaatsen worden ingezet om de spier te beïnvloeden. Bijkomend inzicht was dat deze ROM meer vergroot kan worden wanneer beide technieken gecombineerd worden. De volgorde is dan wel bepalend: eerst foamrollen en daarna statisch stretchen. Hierin werd ook belicht dat de uitkomsten van krachttraining kunnen worden bevorderd door foamrolling. Over het algemeen geeft foamrolling een positief effect op de spierstijfheid ten opzichte van het klassieke stretching methoden waarbij wel in acht moet worden genomen dat de ‘muscle stiffness’ voor bepaalde prestaties, zoals sprinten, juist behouden moeten worden.
Focus op maximaal-kracht
Paul Comfort stelde de retorische vraag: “do we really need to focus so much on maximal strength?”. Het antwoord is overigens ja en in zijn presentatie legde Paul uit dat maximaal- kracht positieve effecten heeft op de gezondheid, zeker op latere leeftijd. Maar dat hier niet te laat mee moet worden begonnen, omdat de “achterstand” nooit meer in te halen is. Op welke leeftijd kun je dan beginnen? Eigenlijk vanaf het moment dat een kind in staat is een bewegingsinstructie op te volgen, meestal rond 6 jaar. Hiermee wil hij overigens niet zeggen dat kinderen op hun 6e al 5x5 schema’s moeten volgen, maar juist dat zij op een leuke speelse manier uitgedaagd worden. Als voorbeeld gaf hij aan beweeg als een dier, bijvoorbeeld; sta op één been als een flamingo, kruip over de grond als een beer, spring als een kikker, etc. Het belang van training op jonge leeftijd werd nog eens onderstreept door de waarnemingen dat kinderen wereldwijd niet zoveel meer buitenspelen of sporten als kinderen van een vorige generatie, waardoor zij vaardigheden als tillen, springen, rennen, ontwijken, etc. niet goed ontwikkelen. Hierdoor ontstaat ook onzekerheid over het uitvoeren van bewegingen en wordt het zelfvertrouwen ondermijnd. Ook leren kinderen hierdoor hun lichaam minder goed kennen en denken dat het echt slecht met ze gaat als de hartslag verhoogd is en zij licht buiten adem raken. Dit alles ontneemt kinderen ook plezier in bewegen waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat waarin steeds minder bewogen wordt.
Neuro Musculair Trainen
Prof. Dr. Urs Granacher gaf een presentatie over Neuro Musculair Trainen (NMT). Bij deze vorm van training wordt er aanspraak gedaan op de combinatie tussen aansturing vanuit het brein naar het bewegingsapparaat. Denk hierbij aan sprongvormen, balans, stabiliteit, power en reactievermogens oefeningen. Hierbij bleek dat een kleine dosering van 2 a 3 keer per week, van 10 tot 15 minuten, al significante verbeteringen oplevert op kracht, uithoudingsvermogen en agility. Daarnaast werkt NMT blessure preventief, zelfs als de trainingen in het voorseizoen werden uitgevoerd en in het wedstrijd seizoen niet meer. Voor de sportinstructeur zou dit dus kunnen betekenen dat bij militairen de eerdere training nog doorwerkt als deze op oefening of missie zijn. Doordat NMT maar weinig tijd kost om al een effect te hebben, kan deze heel makkelijk aan (het einde van) de warming-up worden toegevoegd in stabiliteit-, spel- of estafettevormen.
Special Interest Group
Als laatste was er in het programma ruimte voor special interest groups, Hierbij konden wij aansluiten in een lokaal met allemaal S&C coaches die met tactische atleten werken. We hebben van gedachte gewisseld met Duitsers, Amerikanen, Ieren en Engelsen over de uitdagingen waar we allemaal tegen aanlopen. Hierbij concludeerden wij voor ons zelf, dat wij het al behoorlijk goed voor mekaar hebben in Nederland. Andere landen hebben geen staande LO&Sportorganisatie zoals wij die kennen en moeten dus vaak 1 op 1 werken met intrinsiek gemotiveerde militairen, maar daardoor dus ook een groot deel van de andere militairen niet bereiken. Dit heeft natuurlijk invloed op de sterkte van de eenheid als geheel. Doordat de S&C coaches uit andere landen vaak geen militaire achtergrond hadden, hoorden wij hen ook zeggen dat het moeilijk was om door een eenheid geaccepteerd te worden en draagvlak te creëren.
Afsluiting
Concluderend kijken wij terug op een zeer geslaagd evenement. We hebben nieuwe kennis opgedaan, oude bekenden gesproken, nieuwe mensen leren kennen en ons netwerk verder uit kunnen breiden.
Publicatiedatum: 19 maart 2025