Inleiding
Hardlopen op hardloopschoenen en op laarzen is een vast onderdeel van de militaire training en het beroep. De Commandant der Strijdkrachten heeft in een nota van zomer 2022 bepaald dat alle militairen en reservisten voortaan op kosten van Defensie een keer per jaar een nieuw paar hardloopschoenen mogen aanschaffen (1).
Hardlopen wordt gezien als een bron van overbelastingblessures van de onderste extremiteit door de krachten van de spieren en pezen op het skelet, maar ook door de grondreactiekrachten die kunnen oplopen tot 1,5 maal het lichaamsgewicht bij wandelen en 2,9 maal het lichaamsgewicht bij hardlopen (2). De afdeling Traingingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie (TGTF) van de Koninklijke Landmacht heeft een doorlopende onderzoekslijn ‘Onderbeenklachten’. De afgelopen jaren was de aandacht gericht op het verbeteren van de zorg voor militairen die waren uitgevallen met overbelastingblessures van de onderbenen. Dit heeft geleid tot een verbetering van de resultaten van de conservatieve behandelprogramma’s en een sterke vermindering van het aantal operaties van de onderbenen (3).
Sinds 2019 is de aandacht bij TGTF echter aan het verschuiven naar de preventie van hardloopblessures van de gehele onderste extremiteit. De volgende vraag komt daarbij op: Is het mogelijk om overbelastingblessures veroorzaakt door hardlopen op hardloopschoenen en militaire laarzen helemaal te voorkomen? Onderzoek naar de mechanische belasting van de onderste extremiteit bij gezonde proefpersonen tijdens het marcheren en hardlopen is daarom gestart.
Halverwege de jaren 70 werden de nu bekende hardloopschoenen geïntroduceerd. Daarvoor sportten en trainden atleten en militairen op sportschoenen met dunne zolen zonder schokdemping. Momenteel zijn heel veel verschillende hardloopschoenen te koop. In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen traditionele hardloopschoenen, corrigerende en stabiliserende hardloopschoenen (bijv. met een anti-pronatievoorziening) en minimalistische hardloopschoenen. Dit zijn ‘schoenen die de natuurlijke beweging van de voet zo min mogelijk verstoren door grote flexibiliteit, een gering hak-teen-hoogteverschil, een gering gewicht en geringe zooldikte en het ontbreken van corrigerende of stabiliserende onderdelen’ (4). Daarnaast zijn er nog schoenen met extra ingebouwde technologie (bijv. een carbonvezelplaat), een extreme vorm, zoals een oplopende voorvoet, of een ontbrekende hak (5).
Al sinds de jaren ‘80 wordt onderzoek gedaan naar de mogelijke relatie tussen hardloopschoenen en blessures en zijn er meerdere biomechanische studies uitgevoerd waarin verschillende schoentypen met elkaar werden vergeleken (6). De belangrijkste conclusie is dat het type schoeisel de manier van hardlopen wel beïnvloedt, maar een verband tussen hardloopschoenen en blessures is tot op heden niet met overtuigend wetenschappelijk bewijs aangetoond6. Wellicht omdat in de blessure-incidentiestudies vaak geen rekening werd gehouden met de hardlooptechniek van de proefpersonen, terwijl de hardlooptechniek mogelijk ook een belangrijke factor is bij het ontstaan van hardloopblessures (7).
Over hardlopen op militaire laarzen is veel minder bekend. Een van de eerste studies die hardlopen op hardloopschoenen vergeleek met hardlopen op militaire laarzen, met als doel het terugdringen overbelastingblessures van militairen, dateert van 1982 (8). Er is tot op heden nog geen eensluidend beeld of hardlopen op militaire laarzen biomechanisch weinig (9) of juist aanzienlijk verschilt van hardlopen op hardloopschoenen (10, 11).
Artsen en fysiotherapeuten in de militaire gezondheidszorg krijgen regelmatig te maken met de vraag welke hardloopschoenen moeten worden gekocht. Nu militairen elk jaar op kosten van Defensie een paar hardloopschoenen mogen kopen is de kans groot dat deze vraag steeds vaker gesteld zal worden. Bij de sportarts zit vaak in deze vraag besloten met welke hardloopschoen de minste kans op een (her)blessure bestaat. Uit het voorgaande werd al duidelijk dat de hardloopschoenen en de hardlooptechniek een rol kunnen spelen bij het ontstaan van hardloopblessures. Daarom is het doel van dit verkennende onderzoek bij een gezonde proefpersoon te meten hoe de hardlooptechniek en de biomechanische belasting van het hardlopen worden beïnvloed door het dragen van verschillende, populaire hardloopschoenen die op dit moment in de winkels verkrijgbaar zijn. Aan de proefpersoon zal worden gevraagd de hardloopschoenen te scoren op comfort tijdens het hardlopen. Om het onderzoek extra interessant te maken voor militaire zorgverleners zijn ook metingen verricht op de militaire laarzen die in 2021 en 2022 door Defensie in grote aantallen zijn verstrekt (merk Haix) en op blote voeten.
Methodiek
Dit onderzoek is een casestudy op initiatief van de afdeling TGTF van de Koninklijke Landmacht. De metingen zijn verricht in een professioneel looplaboratorium van LaFoot in Hilversum. De proefpersoon heeft toestemming gegeven voor anonieme verwerking van de meetgegevens in een openbaar verslag.
De proefpersoon
De proefpersoon is een recreatieve hardloper (niet-militair) met drie jaar hardloopervaring.
Zijn leeftijd is 28 jaar, lengte 175 cm, gewicht 70 kg. Hij omschrijft zijn hardlooptechniek als ‘midvoetlander’. Hij is blessurevrij ten tijde van de metingen en heeft geen hardloopblessures in de voorgeschiedenis.
De hardloopschoenen en de metingen
De proefpersoon heeft op tien paar verschillende hardloopschoenen, militaire laarzen van het merk Haix en op blote voeten hardgelopen (twaalf loopsituaties) op een lamellen loopband (Sprintex, Callis Ortho, Kleines Wiesenthal, Duitsland). Alle hardloopschoenen vallen in de categorie ‘neutraal, zonder correctie’. De merktekens op de hardloopschoenen waren niet afgeplakt, de proefpersoon wist op welke schoenen hij liep, er werd geen blindering toegepast. Voor analyse zijn alleen de meetwaarden van het rechterbeen genomen. De duur van de looptest was steeds vier minuten, zodat de proefpersoon enige gewenningstijd had, de meetwaarden zijn opgenomen in de laatste minuut. De snelheid van de loopband was altijd acht km/uur. De twaalf testen zijn uitgevoerd verspreid over zes testdagen, steeds twee testen per dag, met tenminste dertig minuten pauze ertussen, in de zomer van 2022. Er was geen vooraf bepaalde strategie voor de volgorde van het testen van de hardloopschoenen, de testen op blote voeten en op laarzen vonden plaats op de zesde testdag. De instructie voor de proefpersoon wijzigde niet: ‘loop zoals jij lekker vindt’. De fysieke belasting voor de proefpersoon van deze serie metingen is door de onderzoekers ingeschat als zeer licht, zodat vermoeidheid geen rol zou spelen.
De meetinstrumenten
Het onderzoek is uitgevoerd met drie meetinstrumenten, twee draagbare sensoren op het lichaam en een optisch meetsysteem geplaatst aan weerszijden van de loopband. De draagbare sensoren kunnen krachten, versnellingen en posities meten, omdat een combinatie van metertjes is ingebouwd (accelerometer, gyroscoop, etc.). Ze zijn klein en kunnen eenvoudig aan een lichaamsdeel of schoen worden bevestigd. De sensoren kunnen onder andere de schokbelasting van het lichaam meten (uitgedrukt in ‘g’) en kunnen gebruikt worden bij onderzoek naar de belasting van hardlopen onder verschillende omstandigheden (12).
De Sensorun-sensor (Sensorun, Tübingen, Duitsland) werd op de tibia geplaatst, net onder de knie (Afb. 1). Het is bekend dat een sensor geplaatst net onder de knie minder schokbelasting registreert dan een sensor geplaats net boven de enkel (13). Met de Sensorun-sensor zijn drie parameters gemeten: tibiale schok (g), tijd tot maximale tibiale schok (milliseconden) en maximale endorotatie van de tibia (graden).
Een beperkte literatuurzoekactie leverde geen validiteitsonderzoek van de Sensorun-sensor op.
De Runscribe-sensor (Runscribe, San Francisco, Californië, Verenigde Staten) werd geplaatst op de voetrug (op de hardloopschoenen en de laarzen vastgemaakt aan de veters) en op de blote voet (vastgemaakt met een elastisch bandje) (Afb. 2 en 3).
https://strato-editor.com/.cm4all/uproc.php/0/Artikelen/TGTF/Hardloopschoen/.Afb%203.jpg/picture-400?_=18682a69b9a
De volgende zes parameters zijn gemeten: totale schok (g), verticale krachten (g), horizontale krachten (g), voetplaatsing (1-16), de maximale pronatie van de voet (graden) en de leg spring stiffness (kN/m). De Runscribe-score voor voetplaatsing (vergelijkbaar met de landingsindex) wordt uitgedrukt op een schaal van 1-16, met de volgende waardering: haklander 0-6, midvoetlander 6-12, voorvoetlander 13-16. De definitie van leg spring stiffness is de kracht die nodig is om het been een meter in te drukken in het midden van de standfase tijdens hardlopen, als het hele been wordt vergeleken met een veersysteem. Leg spring stiffness wordt bepaald door de spierspanning en de stand van de gewrichten in het hele been en uitgedrukt in kilo Newton per meter. In de verticale richting (op en neer) geeft leg spring stiffness een indruk van de beweging van het lichaamszwaartepunt tijdens de contactfase van een been bij het hardlopen (14). De validiteit van de Runscribe-sensor is voor gebruik tijdens hardlopen in ten minste twee onderzoeken vergeleken met laboratoriummeetinstrumenten (12, 15).
Het Optojump optisch meetsysteem (Microgate, Bolzano, Italië) bestaat uit een zend- en ontvangbalk (Afb. 2 en 3). Elke balk bevat 96 leds per meter. De leds op de zendbalk communiceren continu met die op de ontvangende balk. Het systeem detecteert eventuele onderbrekingen in de communicatie tussen de balken en berekent de duur ervan. Dit maakt het mogelijk om vlieg- en contacttijden te meten met een nauwkeurigheid van 1/1000 van een seconde. Het systeem is in dit onderzoek gebruikt om zeven parameters te meten: stapgrootte (cm), stapfrequentie (stappen per minuut), contacttijd (milliseconden), contacttijd als percentage van staptijd (%), vluchttijd (milliseconden), vluchttijd als percentage van staptijd (%) en landingshoek (graden). De validiteit van het Optojump optisch meetsysteem is meerdere malen onderzocht, ook zoals toegepast in dit onderzoek, liggend aan weerszijden van een loopband (16).
Aan de proefpersoon zal worden gevraagd alle hardloopschoenen op negen items verbaal te scoren met een geheel cijfer op een schaal van 0 tot 10: 1. Voorvoetdemping; 2. Hakdemping; 3. Voetbooghoogte; 4. Hakhoogte; 5. Hakbreedte; 6. Voorvoetbreedte; 7. Schoenlengte; 8. Medio-laterale controle (stabiliteit); 9. Overall comfort. Deze methode is eerder gebruikt (17).
Analyse van de meetwaarden
De meetwaarden worden beschrijvend gepresenteerd, omdat het één proefpersoon betreft worden geen statistische berekeningen uitgevoerd.
Resultaten
Tabel 1, 2 en 3 tonen de verzamelde meetwaarden voor 16 parameters. Voor alle drie de tabellen geldt dat de rijen genummerd 1 tot en met 10 de meetwaarden voor de hardloopschoenen tonen. Vervolgens worden gemiddelden en minimum en maximum meetwaarden van het hardlopen op hardloopschoenen gerapporteerd. Rij 11 toont de meetwaarden voor hardlopen op de militaire laars (Haix) en rij 12 de meetwaarden van hardlopen op blote voeten.
Bij het bestuderen van de tabellen 1 t/m 3 vallen enkele meetwaarden op. De stapfrequentie (Tabel 1), uitgedrukt in aantal stappen per minuut varieert van 162 tot 177. De proefpersoon toont bij eerste grondcontact een landingshoek tussen 4,1 graden (op blote voeten) en 7,5 graden (op laarzen), dit geeft een haklanding weer. De tijd tot maximale schok (Tabel 2) op hardloopschoenen paar zes (93 m/sec) is langer dan van de andere hardloopschoenen, maar korter dan op laarzen (172 m/sec). Volgens Tabel 3, die meetwaarden van de Runscribe-sensor toont, is de proefpersoon op alle hardloopschoenen en op blote voeten een voorvoetlander (gemeten voorvoetplaatsing 14,1 tot en met 16,0). Op laarzen is de proefpersoon wel een midvoetlander (meetwaarde 10,1).
De meetwaarden op de militaire laarzen vielen bij negen van zestien parameters (56%) buiten het bereik (minimum-maximum) van de meetwaarden op hardloopschoenen en de meetwaarden op blote voeten tien van zestien maal (63%).
Tabel 4 toont hoe de proefpersoon de hardloopschoenen heeft gescoord op de negen voornoemde items. De hardloopschoenen met de hoogste totaal comfortscore, paar drie en paar één, vallen op door hoge scores op tibiale schok (Tabel 2) en lage scores op maximale tibiale endorotatie (Tabel 2) en maximale pronatie van de voet (Tabel 3), de overige meetwaarden vallen niet op tussen de meetwaarden van de overige acht paar hardloopschoenen.
Discussie
Dit artikel is een casestudy naar subjectieve schoenkeuze bij het hardlopen op verschillende hardloopschoenen die thans in de winkels verkrijgbaar zijn. Hardlopen op militaire laarzen en op blote voeten werden toegevoegd. Een bestudering van de meetgegevens gepresenteerd in Tabel 1 t/m 3 van één gezonde proefpersoon die hardliep op een loopband op de snelheid acht km/uur toont dat de meetwaarden op hardloopschoenen steeds in enige mate variëren, dat er op hardloopschoenen enkele uitschieters zijn en dat de meetwaarden op laarzen en op blote voeten respectievelijk negen van zestien maal (56%) en tien van zestien maal (63%) buiten het minimum-maximum bereik van de meetwaarden op hardloopschoenen vallen. De biomechanische meetwaarden geven geen eenvoudige verklaring voor de subjectieve voorkeur van de proefpersoon voor hardloopschoenen paar drie en paar één.
De bevindingen van de casestudy passen bij eerdere publicaties (6). De sportschoenen beïnvloeden de manier van hardlopen van de proefpersoon, extreme sportschoenen (laarzen en blote voeten) beïnvloeden de manier van hardlopen in grotere mate. De ‘preferred movement path’ theorie kan verklaren waarom de meetwaarden op de verschillende hardloopschoenen niet zoveel verschillen (18). Deze theorie zegt dat een loper de hardlooptechniek aanpast aan de loopsituatie (bijv. hardloopschoenen of ondergrond) om zoveel mogelijk het eigen voorkeursloopprofiel te handhaven. De hardloper bereikt dit door kleine, onbewuste aanpassingen in spieractiviteit. Als de loopsituatie echter flink afwijkt, zoals hardlopen op militaire laarzen of op blote voeten, dan kan de loper zijn voorkeursloopprofiel niet volhouden (18).
De proefpersoon heeft hardloopschoenen paar drie en paar één de hoogste totaal comfortscores gegeven. Deze hardloopschoenen vallen op door hoge scores op tibiale schok (Tabel 2) en lage scores op maximale tibiale endorotatie (Tabel 2) en maximale pronatie van de voet (Tabel 3), de overige meetwaarden vallen niet op tussen de meetwaarden van de overige acht paar hardloopschoenen. Dit sluit aan bij de bevindingen van een grotere studie met twintig hardlopers en vier verschillende typen hardloopschoenen waarin werd aangetoond dat schoencomfort tijdens hardlopen niet verklaard kan worden door grondreactiekrachten (schok), de proefpersonen verkozen niet simpelweg de hardloopschoen met de laagste grondreactiekrachten (17). In die studie werden tibiale endorotatie en pronatie van de voet echter niet gemeten, de mate waarin deze factoren bijdragen aan de subjectieve score voor hardloop-comfort moet nader worden onderzocht.
Deze verkennende studie laat zien hoe moeilijk het is om de vraag ‘dokter, welke hardloopschoenen moet ik kopen’ goed te beantwoorden. De combinatie van factoren van de hardloopschoen, factoren van de hardloper (o.a. hardlooptechniek, gewenning) en risicofactoren voor specifieke hardloopblessures (aan knie, onderbeen, voet, etc.) maken het antwoord zeer complex. In een overzichtsartikel van 2020 schrijft Malisoux dat er nog onvoldoende kennis is om hardloopschoenen op basis van sterk wetenschappelijk bewijs voor te schrijven (19).
Mogelijk is de rol van sportschoenen bij het ontstaan van hardloopblessures veel kleiner dan door velen wordt gedacht (19,20). Toch kan de arts op basis van de mening van experts wel het volgende adviseren bij de keuze van hardloopschoenen:
1. Trek de hardloopschoenen in de winkel aan en probeer ze uit door gedurende enkele minuten hard te lopen (bijv. op een loopband).
2. Weeg hardloopbeleving (comfort) als een belangrijke factor mee (17).
3. Betrek de hardlooptechniek bij de schoenkeuze; bij een voorvoetlander passen lichtere hardloopschoenen met een dunnere, hardere zool, bij een haklander passen traditionele hardloopschoenen met een dikkere, dempende zool (7,20).
Kennis over de belasting van hardlopen op militaire laarzen kan mogelijk bijdragen aan het verminderen van het aantal overbelastingblessures . Om de belasting tijdens hardlopen door militairen op hun hardloopschoenen en laarzen buiten, onder natuurlijke omstandigheden te meten, zijn draagbare meetinstrumenten nodig. Het huidige verkennende onderzoek laat zien dat beide sensoren veel hogere waarden voor schokbelasting aangeven, uitgedrukt in ‘g’, dan voorheen gemeld2. Ook blijkt uit deze studie dat verschillende meetinstrumenten de looptechniek verschillend interpreteren. Zo beschreef de proefpersoon zichzelf als midvoetlander, kwalificeerde het Optojump optische meetsysteem hem echter als haklander en de Runscribe-sensor als voorvoetlander. Dit betekent dat het nodig is om voorafgaand aan volgende, grotere studies met militairen, op sportschoenen en op laarzen, bij marsen en bij hardlopen, goed uit te zoeken welke draagbare meetinstrumenten en welke parameters het beste gebruikt kunnen worden bij metingen van hardlooptechniek en hardloopbelasting buiten het looplaboratorium (21).
Bij elk onderzoek hoort een bespreking van de beperkingen. Dit onderzoek is uiteraard beperkt omdat het een onderzoek is met één proefpersoon. Er is kortdurend gemeten op één snelheid, dus kunnen geen uitspraken worden gedaan over hardlopen op andere snelheden en ook niet over vermoeidheid. Het meetinstrument Sensorun is pas kort op de markt en nog niet gevalideerd. Dit onderzoek moet niet worden gezien als een algemene aanbeveling voor een bepaald merk of type hardloopschoenen.
Conclusie
Bij hardlopen op verschillende hardloopschoenen, wijzigt de proefpersoon onbewust de hardlooptechniek steeds in geringe mate. Hardlopen op militaire laarzen en op blote voeten geeft afwijkende meetwaarden ten opzichte van hardlopen op hardloopschoenen. Er is geen eenvoudige biomechanische verklaring voor de subjectieve schoenkeuze van een proefpersoon. Het voorschrijven van hardloopschoenen om blessures te voorkomen kan nog niet op basis van sterk wetenschappelijk bewijs. Praktische adviezen voor schoenkeuze zijn: loop hard op de schoenen in de winkel, kies de schoenen die ‘lekker lopen’ en houd rekening met de eigen hardlooptechniek.
Literatuur:
1. Defensiestaf: Nota opdracht verstrekken hardloopschoenen. Referte BS2022016573.
2. Nilsson J., Thorstensson A.: Ground reaction forces at different speeds- of human walking and running. Acta Physiol Scand 1989, 136, 217-227.
3. Zimmermann W.O.: Chronic exercise-related leg pain: diagnosis and treatment in the armed forces. Proefschrift. Utrecht, 2019.
4. Knapik J.J., Orr R., Pope R., Grier T.: Injuries and footwear (part 2). J Spec Op Med 2016, 16, 1, 89-96.
5. Yu P., He Y., Gu Y. et al.: Acute effects of heel-to-toe drop and speed on running biomechanics. Frontiers in Bioeng and Biotech 2022, vol 9, 821530.
6. Fredericks W., Swank S., Teisberg M. et al.: Lower extremity biomechanical relationships with different speeds in traditional, minimalist and barefoot footwear. J Sports Sci Med 2015, 14, 276-283.
7. Shih Y., Lin K.L., Shiang T.Y.: Is the foot striking pattern more important than barefoot or shod conditions in running? Gait & Posture 2013, 38, 490-494.
8. DeMoya R.G.: A biomechanical comparison of the running shoe and the combat boot. Mil Med 1982, 147, 380-383.
9. Paisis P., Hanley B., Havenetidis K. et al.: Cypriot and Greek army military boot cushioning: ground reaction forces and subjective responses. Mil Med 2013, 178, 4, e493-e497.
10. Sinclair J., Taylor P.J.: Influence of new military athletic footwear on the kinetics and kinematics of running in relation to army boots. J Strength Cond Res 2014, 28, 10, 2900-2908.
11. Zimmermann W.O., Van Valderen N.R.I., Linschoten CW. et al.: Gait retraining reduces vertical ground reaction forces in running shoes and military boots. Transl Sports Med 2019, 2, 90-97.
12. De Jong A.F., Hertel J.: Validation of foot-strike assessment using wearable sensoren during running. J Athl Trai 2020, 55, 12, 1307-1310.
13. Willy R.W.: Innovations and pitfalls in the use of wearable devices in the prevention and rehabilitation of running related injuries. Physical Therapy in Sport 2018, 29, 26-33.
14. Butler R.J., Crowel III H.P., McClay Davis I.: Lower extremity stiffness: implications for performance and injury. Clin Biom 2003, 18, 511-517.
15. Koldenhoven R.M., Hertel J.: Validation of a wearable sensor for measuring running biomechanics. Digit Biomark 2018, 2, 74-78.
16. Hanlon M., Flynn M.J., Bolger R. et al.: Validity of a treadmillmounted photoelectric system for measuring spatiotemporal parameters over a range of running speeds. ISBS proceedings Archive 2020, vol 38, 1, article 163.
17. Dinato R.C., Ribeiro A.P., Butugan M.K. et al.: Biomechanical variables and perception of comfort in running shoes with different cushioning technologies. J Sci Med Sport 2015, 18, 93-97.
18. Nigg B.M., Vienneau A.C., Smith M.B. et al.: The preferred movement path paradigm: influence of running shoes on joint movement. Med Sci Sports Med 2017, 1641-1648.
19. Malisoux L., Theisen D.: Can the appropriate footwear prevent injury in leisure-time running? Evidence versus beliefs. J Ath Training 2020, vol 55, nr 12, 1215-1223.
20. Rice H.M., Jamison S.T., Davis I.S.: Footwear matter: influence of footwear and footstrike on load rates during running. Med & Sci in Sports & Exerc 2016, 48, 12, 2462-2468.
21. Johnson C.D., Outerleys J., Jamison S.T. et al.: Comparison of tibial shock during treadmill and real-world running. Med & Sci in Sports & Exerc 2020, 52, 7, 1557-1562.
Publicatiedatum: 24 februari 2023
Ontvangen reactie op 07 maart
"Beste sport makkers,
Rond begin 1965 zat ik in de opleiding in Hooghalen. Sam was onze hulp dokter. Als hij er niet uitkwam, gingen we in een drietonner naar het ziekenhuis in Assen. Sam constateerde dat ik toch wel erg veel last had van 'springbenen' en stuurde mij door naar Assen. Daar aangekomen werd ik, na een licht onderzoek, meteen plat gelegd op een brancard en mocht geen stap meer lopen. Vermoedelijk een scheurtje in het onderbeen. Vervolgonderzoek en een nacht observatie.
Volgende dag werd er geconstateerd, dat er 'niets' aan de hand was. Rust nemen was voldoende. Ik wachtte de drietonner af en ging ermee terug naar Hooghalen. Algehele verbazing bij de SMLO. Ziekenhuis Assen had de opname niet gemeld aan Hooghalen dus ik was verdwenen. Gedeserteerd!! Militaire politie was al op zoek naar mij. Ze waren zelfs al bij mijn ouders in Friesland geweest. Grensbewaking! Ouders doodongerust!
We hebben er smakelijk om gelachen."
Met vriendelijke groet,
Lieuwe Terpstra: nr.420505379