Door : Paul Lindeboom
Begin dit jaar zijn we begonnen om in een drieluik een aantal nieuwe LO&Sportinstructeurs, vanuit de KMS/VTO-1 opleiding van 2016, aan jullie voor te stellen. En dan vooral de nieuwe sportieve collega’s die een opvallende sportbeoefening doen. In het eerste deel was er aandacht voor motorcoureur Dennis van Melzen, in dit tweede deel zetten we Fernand Lith in the spotlights. Het was namelijk best bijzonder dat er van de 20 nieuwe instructeurs liefst 3 korfballers zaten, net zo’n groot aantal als de voetballers.
Op welke manier ben je in contact gekomen met de korfbalsport, want deze tak van sport zie je niet al te vaak bij Studio Sport. Welk speciale element heeft er voor gezorgd dat je hierin gepassioneerd bent geraakt?
Fernand: “Doordat allebei mijn ouders fanatiek hebben gekorfbald, ben ik er eigenlijk een beetje ingerold. Vanaf mijn vijfde korfbalde ik dan ook al. Gelukkig wordt korfbal wel steeds meer bekend. Zo worden de finales ook al door de NOS uitgezonden. Daarbij is het wel leuk dat de korfbal sport zich blijft ontwikkelen. Zo zijn er een aantal veranderingen al toegepast. Zoals: Een andere korf (van riet naar kunststof), schotklok (25 sec om de korf te raken), zuivere speeltijd, meer wissel mogelijkheden, veld verkleining buiten en het wisselen van type ballen. Daarbij hebben ze jaarlijks een toernooi waar nieuwe regels worden getest, zoals een 2 punter lijn. Het mooiste element aan deze sport is toch wel gemixt spelen. Daardoor is het sociale vlak groot. Ook het wisselen van zaal en veld is fijn.”
Bleek al snel dat je aanleg had voor deze sport? Zo ja, hoe is dat in de loop der jaren nog meer verbeterd? Zo nee, hoe heb je er voor zorg gedragen dat je na verloop van tijd een hoger niveau hebt weten te behalen? Wat moet je er allemaal voor doen c.q. heb je er voor moeten doen om goed/beter te worden?
Fernand: “Op mijn 14e speelde ik bij KC Doorn, een kleine club waar ik goed de kans kreeg om te groeien. Daar bleek wel dat ik aanleg had en mocht ik naar een selectie voor de spelers uit de regio Oost. Dat team haalde ik toen ook. Er zijn 5 regio’s en die strijden dan tegen elkaar.
In de jaren daarop volgend heb ik er voor gekozen om naar een andere club te gaan en ben ik gaan spelen voor DALTO uit Driebergen. Die keuze heb ik gemaakt omdat Dalto op het hoogste niveau acteert. Daar kwam ik dan ook al snel in de B1 en later ook de A1. Daarvoor heb ik hard moeten trainen en veel vrije tijd moeten inleveren.”
Wat is tot nu toe je mooiste succes geweest? Wat is jouw sterkste punt (geworden)? En hoe heeft je carrière er uit gezien?
Fernand: “Mijn mooiste succes is toch wel het winnen van de Nederlandse kampioenschappen. Daarbij heb ik ook nog een aantal keer tegen het Nederlands team mogen spelen. Bij de B-jeugd ben ik 3x NL kampioen geweest. Bij de A-jeugd ben ik 2 x NL kampioen geworden. Waarvan mijn mooiste moment met de A-jeugd de finale winnen in AHOY Rotterdam was. (Ook wel De Korfbal Tempel genoemd.) Daarbij was mijn sterke punt binnen het spel het rebounden. Dat wil zeggen: als de ‘spits’ een doelpoging doet, moet iemand die bal afvangen. Dat doet de rebounder meestal. Helaas heb ik aan het einde van mijn jeugd tijd een zware knieblessure opgelopen waardoor ik er een jaar ben uit geweest. Daardoor was het voor mij bijna niet haalbaar om op het hoogste niveau terug te komen. Toen ben ik mij gaan richten op het trainersvak. Heb twee Korfbal trainer cursussen gevolgd. Nu hoef ik er nog maar een te doen en dan heb ik de hoogst haalbare cursus afgerond. Daarbij geef ik zelf ook nog de Korfbal trainer 2 Cursus. In totaal zijn er 4 cursussen. Heb twee jaar de A2 getraind waarmee ik ook nog een NK heb gehaald voor de 1e klasse.”
Er hangt een beetje negatief imago over de korfbalsport, waarbij met name het gezamenlijk douchen na afloop altijd benoemd wordt, terwijl de tegenhanger basketbal een stoer imago heeft. Naar welke facetten moet de gemiddelde sportliefhebber naar korfbal kijken om dit op de juiste waarde te schatten? Fernand: “Ja, het gezamenlijk douchen wordt vaak besproken. Toch denk ik dat het in het verleden zeker vaak gebeurd is. Omdat je eigenlijk als team een hechte vrienden groep was. Dat is nog steeds wel het geval. De korfbalvereniging is ook wel echt een vriendengroep voor mij. Met de hele vereniging op kamp of andere leuke dingen ondernemen, zijn de gewoonste zaak. Ook is de saamhorigheid met tegenstanders goed. We bezoeken regelmatig de feesten van elkaar. Maar het kampioenschap moet natuurlijk wel gevierd worden. Dat wil nog wel eens onder de douche gebeuren. Kijkend naar de sport was het vroeger echt een familie sport waarbij er geen lichamelijk contact mocht zijn. Nu is het meer competitief en wordt lichamelijk contact getolereerd. Zelfs tot heftige duels aan toe.”
Van welke componenten van je korfbaltrainingen en –wedstrijden heb je veel voordeel in bijvoorbeeld evenementen als Mud Masters of een Obstacle Run, waaraan je ook graag deelneemt?
Fernand: “Korfbal is een hele dynamische sport. Waarbij je heel veel moet draaien, wenden en keren. Daarbij is je explosiviteit heel hoog. Ook sprongkracht komt voor mij als rebounder heel goed van pas. Daarbij moet je ook stevig kunnen staan. Omdat je tegenstanders je het liefst uit positie duwen. Timing van je sprong is daarin ook nog een belangrijk aspect. Doordat je veel moet bewegen en ook nog je balbehandelingen moet doen, is je hand-oog-coördinatie ook sterk gevorderd. Doordat je een korfbal schot uitvoert vanaf je tenen tot je vingers maakt het de bewegingen lastig. Dus er wordt veel gevraagd van je atletisch vermogen. Veel van die dingen zijn zeker handig binnen de Obstacle run.”
Wat een bizar toeval dat er in de laatste VTO-1 opleiding liefst drie korfballers vertegenwoordigd waren, bijna net zoveel als het aantal voetballers. Is dit een indicatie dat de sport groeiend is in Nederland?
Fernand: “Korfbal is een sport die zwaar onderschat wordt. Vanuit onze vereniging geeft zelfs onze selectie training aan voetbalteams om zo beter te kunnen verdedigen. Korfbal bezit heel veel facetten van het motorisch goed kunnen bewegen. Daarom zien we vaak dat de korfballers in bijna alle spelsporten goed kunnen mee draaien. Zelf op hoog niveau. Daarbij zijn er een aantal korfballers gevraagd om te gaan basketballen op topniveau. Daarbij denk ik niet dat het heel hard groeit maar er zit zeker vooruitgang in. Mochten er mensen zijn die geen beeld hebben of toch denken ‘het is best interessant’, dan staan er op Youtube mooie wedstrijden waaronder van topploegen als Dalto, PKC en TOP. Die raad ik zeker aan om een keer te kijken.”
Publicatiedatum: 03 juni 2017