Zijn activiteit als deejay bij de Fish Potato Run (van Urk naar Emmeloord) vormde de trigger voor het vervullen van een jarenlange wens om Marc Bakker op te voeren in deze rubriek. Zijn onderstaande antwoord op slechts de eerste vraag was de aanleiding om een serie van te maken van het weerzien met Marc.
In mijn 15 jaar actieve dienst heb ik op vele plaatsen mogen werken; Harderwijk, Havelte, Oirschot, Ermelo en Schaarsbergen. Elke periode had vele mooie kanten. Ik zal in vogelvlucht door die periode wandelen, waarbij ik enkele namen dien te noemen, hoewel ik me realiseer dat ik dan ongenoemde mensen, markante exemplaren die me allemaal bij zijn gebleven en veel geleerd hebben, wellicht passeer. Bij voorbaat mijn excuus daarvoor maar het zijn er simpelweg te veel. Ik heb zowel in Noord, Midden als Zuid gewerkt. In die hoedanigheid heb ik heel veel mensen leren kennen en waarderen.
Harderwijk
In mijn startfunctie op de kleine WGF Kazerne te Harderwijk begon het militair lesgeven. Mijn eerste les was oefenen voor MLV, dus ik met een club dienstplichtigen en 2 emmers met oefengranaten naar de handgranaatbaan. Warming-up en daarna uitleg wat er moest gebeuren. De baan lag tegen het zijhek van de kazerne aan, ik probeerde de dienstplichtige groep enigszins te motiveren:’ Als iemand de granaat over het hek gooit, dan is de les over en haal ik de granaat op’. De baan leek mij lang genoeg om deze uitspraak te rechtvaardigen.
Een klein maar dapper ogend mannetje stak zijn hand op en vroeg of hij als eerste mocht gooien. ‘Tuurlijk joh, pak een granaat en laat maar zien’. Je raadt het al: met een snelle side-arm worp vloog de granaat hoog over het hek. Ik keek de kleine vol verwondering aan, die een duim naar me opstak en me nog een fijne dag wenste, waarna de hele groep lachend wegwandelde. Daar sta je dan met je vormeloze blauwe Gonzo trainingspak waar je zo trots op was. Einde les en wandelen maar. Terug op de sportgroep hoorde ik dat de bewuste dienstplichtige voor Nederland uitkwam in het honkbalteam.
Havelte
In die periode kwam ik er echt achter wat een geweldige baan sportinstructeur bij de LO/S org was en dat deed me besluiten om KVV-er te worden. In Havelte kwam ik op een grote actieve sportgroep terecht. Je kreeg een eigen compagnie waar je sportief verantwoordelijk voor was en we organiseerden veel evenementen, waaronder het Kampioenschap Parcours Militair onder de bezielende leiding van Herman Woesthuis. Het moest anders dan anders, dus er werd verzonnen dat er gemarkeerde schapen, met een kleurcode in hun vacht, in een afgesloten veld kwamen te lopen. De deelnemende ploegen moesten de schapen vangen, de kleurcode noteren en dat was de oplossing voor de vervolgverplaatsing. Dit bleek op papier een betere keuze dan in de praktijk. Stel je voor, een groepje rennende militairen die een goede tijd willen scoren op jacht naar de schapen. Het leek wel een rugbywedstrijd. Al rennend en duikend werden de beesten elke 10 minuten aangevallen door fanatieke militairen waarna de codes naar de kant werden geschreeuwd. De schapen wisten van gekkigheid niet waar ze moesten rennen. Ik heb nooit meer zulke gestreste schapen gezien.
Oirschot
In 1994 dan maar naar de KMS voor een vaste baan en door naar Oirschot voor de volgende functie. Wat een geweldige sportgroep was dat, niets was te gek. Hoewel ik regelmatig in de fout ging door een zin te beginnen met:’ Bij ons in Havelte…..’, werd ik gekneed tot een halve Brabander. Als we in Havelte om 08.00 uur wilden vertrekken om op oefening te gaan, dan zat iedereen kant en klaar om 07.50 in het voertuig. In Oirschot was dat minimaal 08.15. Er werd smakelijk gelachen om het Brabants kwartiertje dat ’s avonds, bij het bespreken van de volgende dag, betrekkelijk langer duurde. De culinaire reis was geboren. In die periode begon de interesse voor het klimmen. Doordat ik de hele week op de kazerne verbleef, Emmeloord-Oirschot is 180 km, stak ik met elke steunaanvraag mijn hand op. Ik ben toen heel vaak met de KMS op oefening gegaan en haalde vervolgens in drie jaar tijd alle klimopleidingen tot ik Rouge werd in 1997. Die ervaringen, zowel van de cursussen als van alle oefeningen, hebben me enorm gevormd.
Vervolgens kreeg ik de kans om naar Ermelo te gaan, eerst ter detachering en later werd het een reguliere plaatsing. Ik kon weer thuis wonen, wat na 3 jaar uitwonend erg prettig was. Je gaat grasmaaien op dinsdagavond weer helemaal waarderen, zeker als je daarna met je vrouw een kop koffie kan drinken. De basale zaken die we als vanzelfsprekend ervaren, zijn helemaal niet zo vanzelfsprekend maar doordat een andere ervaring ontbreekt, weten de meeste niet beter. Dat is denk ik één van de punten waarom militairen zijn wie ze zijn, door alle ervaringen die ze vormt. Afijn, op naar Ermelo.
Ermelo
Daar zag ik dat elke kazerne en sportgroep zijn eigen mores heeft. In Oirschot liepen veel collega’s in het groene pak, met name door alle groene oefeningen en activiteiten. Op de sportgroep in Ermelo was dat rond 1997 niet zo heel gewoon. Daar hoorde ik regelmatig dat een sportinstructeur in een trainingspak hoorde te staan en dat alleen de groene overall op de hindernisbaan gedragen werd, maar daarna heel snel in de kast terug moest. Daar had ik wel moeite mee en dat botste dan ook vaak. Ik had ervaren wat een groener denkende sportgroep voor elkaar kon krijgen en ik wilde dat graag veranderen. Ik probeer vaak tot 10 te tellen maar kwam destijds niet veel verder dan 2 of 3. Ik kan u wel vertellen dat ik nu veel vaker dichter bij de 10 kom, waarschijnlijk de leeftijd. Of dat inhoudt dat ik milder ben geworden of trager met tellen, dat laat ik aan de lezer.
De vraag van de redactie was wat mijn mooiste periode bij de LO/S was. Ik heb daar niet een kant en klaar antwoord op omdat elke plaatsing mij heel veel heeft geleerd. Overal heb ik geweldige gedreven en humoristische gasten getroffen. Waar ik echter het meest trots op ben, buiten het halen van mijn rode koord en rode pet, is wel het feit dat sportgroep GSK Ermelo uiteindelijk een voorbeeld binnen de LO/S org werd. Na enkele jaren, en de komst van enkele markante figuren zoals Nico Spierenburg en Ton Neppelenbroek, werden we een voorbeeldgroep voor de vernieuwingen binnen het militair les- en leidinggeven. Onze macro’s en meso’s werden landelijk gebruikt, met een VATH cyclus met kreten als OG en IG erin. Ik participeerde in meerdere ontwikkelgroepen, o.a. herstructureren kracht- en fitness en het ontwikkelen van ‘map 5’. Vanuit die hoedanigheid, en mijn interesse voor voeding, heb ik toen de les ‘voeding: Afvallen of omvallen’ gepresenteerd tijdens de TFF cursussen. De mooiste vraag kwam tijdens de lesdagen van Ger van den Berg, de reus uit Brunssum (waar hij toen gelegerd was). Hij vroeg of ik het Kokosnoten-dieet kende, het dieet wat hij volgde. Ik gaf aan dat ik daar nog nooit van gehoord had en vroeg of Pierre die wijsheid met de klas wilde delen. Genereus als hij was, vertelde hij met een grote glimlach op het gigantische gezicht dat hij alles mocht eten behalve kokosnoten…….
Schaarsbergen
Mijn laatste plaatsing was op Groot-Heidekamp in Schaarsbergen. Fantastisch, wat een gedrevenheid bij AL het kader, van de sportgroep tot de school. Met o.a. Arno Heg in ‘De Bunker’ waar de hele AMOL herschreven werd. Doorbrekend denken, niet in de sfeer van stoer kijken en kapot maken maar van gericht opbouwen en kijken naar orthopedische belasting. Zelfs het kritische kader en de commandanten werden overtuigd dat het anders moest, intelligenter, met lering uit vorige AMOLS met veel uitvallers. Het was daar dat de vraag van Kolonel Zimmermann binnenkwam of er expirerende sergeanten, dienstverlaters door einde contract, waren die ROCa konden ondersteunen om een betere fysieke en mentale opbouw te verwezenlijken voor de defensie vooropleidingen, destijds OJKL en iets later Vrede en Veiligheid (en nu VEVA, red.). Ik stelde voor om eerst een gedegen plan met ervaren opleiders, sergeant- majoors, op te zetten waarna de uitrol naar de scholen kon starten met de sergeanten. En zo werd ik uitgenodigd om in die eerste groep zitting te nemen en te participeren. In die periode was de zoveelste reorganisatie en werd er gemeld dat ik nog 20 jaar sergeant-majoor zou blijven met dezelfde werkzaamheden. Dat accepteerde ik niet en ben actief op zoek gegaan naar een vervolg buiten defensie. Ik ben toen heel snel overgestapt naar het onderwijs omdat ROC Friese Poort, waar ik nog steeds werkzaam ben, mij een voorstel deed dat ik niet kon weigeren. Tot op de dag van vandaag heb ik daar geen spijt van hoewel ik wel een aantal zaken mis. Een enkele keer een mooie klimoefening (geen 27 weken per jaar weg van huis) en onvoorwaardelijke kameraadschap en taakbeleving (gelukkig heb ik dat in mijn huidige sportsectie wel maar niet in het hele onderwijsteam).