Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 


DE PEN
AFLEVERING 9: WIL ALARDS

Why run? Orienteering is more fun! Tijdens de opleiding op de KMS (lichting 90-3) liep ik voor de eerste keer 8 km aan een stuk, destijds als training voor ZMV-proeven. Dat was afzien, doorzetten en voor mij toen een eentonige bedoeling. Later tijdens mijn sportopleiding destijds in Ossendrecht op het OCLO liep ik voor de eerste keer een oriëntering, nu geen 8 km, maar rond de 5.

Voordat ik het wist kwam ik al bij de laatste post en volgde het rood/wit lint naar de finish. Daar stond een verbaasde adjudant Gerard Loontjens mij op te wachten. “ Wat doe jij al hier?”. Hij kon zijn ogen niet geloven dat iemand nu al met een goede “bingo” terug was uit het oefenterrein. Nadat ik hem uitgelegd had welke route ik gelopen had, was hem meteen duidelijk dat ik weggelegd was voor het oriënteringslopen. Belangrijkst: dat ik 5 km gelopen had was me ontgaan, het kaartlezen gaf zoveel afleiding dat ik dat niet in de gaten had. Het gaf me meer plezier in het lopen en heeft me geholpen in mijn latere loopbaan binnen de sportorganisatie.

Zuurstoftekort
Dat afzien (voor die ZMV) was maar een vergelijking, afzien is voor mij geen probleem maar gewoon om aan te geven dat destijds 8 km voor mij al een hele afstand was. Wat het meeste afzien was in mijn periode van het militaire orienteringsloopteam (NMOLT) was de allereerste training destijds van Wim van Breugel. De totale afstand van de training in vogelvlucht, dus via de rode lijn was 18 km, de training was in de omgeving van Osnabrück in Duitsland. Dus die 18 km was in werkelijkheid misschien wel 22 – 25 km. We dachten dat we de training erop hadden zitten toen we met de laatste oefening bezig waren, maar daarna konden we ook nog allemaal een aantal posten ophalen waardoor we nog eens  5 km voor de kiezen kregen. Die dag heb ik dus veel meer dan een halve marathon gelopen, dwars door de bossen dan wel te verstaan. Voordeel is wel dat ik die nacht goed geslapen heb…..

Naast deze training heb ik een van mijn zwaardere wedstrijden in Zwitserland gehad. De wedstrijd begon al op een hoogte tegen de boomgrens aan, waardoor je met zuurstoftekort te maken krijgt. Naast het omhoog en omlaag lopen kwam daar nog bij dat je regelmatig rotsvelden moest passeren, wat weer een extra belasting voor je bovenbenen en enkels betekende. Maar desondanks wordt je door het kaartlezen en het feit dat je voor de militaire ploeg uitkomt toch “gedwongen” om er vol tegenaan te gaan. Hierdoor komt het dan natuurlijk ook dat je volledig uitgeput aan de finishlijn verschijnt.

Master (in kaartlezen)
Mijn grootste succes was het bereiken van de A-finale tijdens het WMOC (World Masters of Orienteering Championship) in 2001 te Nida in Litouwen. Masters zijn oriënteerders vanaf 35 jaar. Zelf was ik destijds 39 en moest nog net meedoen met de categorie heren 35 t/m 39 jaar. Wat ik uiteindelijk in die finale geworden ben weet ik niet precies, maar dat moet ergens tussen de 60e tot 70 e plaats geweest zijn met een deelnemersveld van ongeveer 120 deelnemers in de A-finale en van een totaal van ongeveer 350 deelnemers in de gehele categorie Heren 35.
Daarnaast ben ik meerdere malen Nederlands Kampioen geweest en een aantal titels in de militaire estafette-kampioenschappen voor onderdelen. 



Snel kaartlezen

Wil's sterkste punt

Het moeilijkste tijdens de meeste van mijn wedstrijden was het om tot het einde geconcentreerd te blijven kaartlezen en je niet af te laten leiden door andere deelnemers die “de weg”  kwijt zijn.Daarnaast bleef het lastig om heuvelop te lopen, vaak benutte ik dit gedeelte om vooruit te kijken naar de resterende posten in de omloop om toch maar nuttig bezig te zijn terwijl je snelheid naar beneden ging.

Verder vond ik het altijd wel uitdagend als er moeilijke baanleggingen waren, want dan kwam mijn kaartleesvermogen naar boven. Een “loopwedstrijd” waarbij kaartlezen een ondergeschikte rol speelde was bij voorbaat een mindere klassering voor mij.

Moeilijk te combineren met werk
Mijn voorbereiding voor belangrijke wedstrijden, zoals een MWK, bestond uit 5 à 6 looptrainingen per week, waaronder hersteltraining, korte intervaltrainingen, lange duurlopen tot maximaal 25 km en waarbij op de zondag meestal een wedstrijd georiënteerd werd. Echter, deze intensiteit heb ik in de beginjaren met Wim v Breugel als trainer slechts 2 jaar volgehouden, het was voor mij samen met het lesgeven niet op te brengen. Na die tijd ben ik me meer gaan toeleggen op het lopen van oriënteringswedstrijden als voorbereiding op de meeste belangrijke wedstijden. De trainingsperiode begon voor mij met  het lopen van nachtoriënteringen in oktober t/m februari omdat je dan goed moet kaartlezen en de loopsnelheid nog niet zo hoog ligt. Daarna begon de looptraining vanaf maart t/m juni/juli waarna meestal een meerdaagse OL-wedstrijd in het buitenland gelopen werd als meetmoment voorafgaande aan een MWK.

Trainer/coach
Volgens mij ben ik in 1993 voor het eerst bij de militaire ploeg gekomen als deelnemer, om vervolgens rond 2000 de trainersrol over te nemen van Wim van Breugel. Alhoewel ik het lopen destijds leuker vond om te doen, heb ik toch besloten om op het aanbod van Wim in te gaan om zijn trainersfunctie over te nemen, daar ik destijds de enige sportinstructeur binnen de militaire ploeg was en men deze functie binnen de sport wilde houden. Die kans heb ik dan ook met beide handen aangegrepen want die doet zich niet zo vaak voor.

Na een tiental jaren als trainer gefungeerd te hebben met soms tijdens een MWK een dubbelrol ook als deelnemer heb ik het stokje overgegeven aan SMI Jurjen Blokzijl.

Het in elkaar zetten van een orienteringstraining was voor mij altijd wel weer een uitdaging en vind ik nu nog steeds een uitdaging, ook om de baanlegging van een militair kampioenschap te doen is voor mij leuk om te doen.

Belangrijke personen tijdens mijn OL-loopbaan
In de beginfase tijdens mijn opleiding als sportinstructeur heb ik in Ossendrecht het OCLO gevolgd, waar we destijds een orienteringsloop kregen van Gerard Loontjens. Tijdens deze  orienteringsloop heb ik hem verbaasd door al aan de finish te verschijnen terwijl hij deze nog op aan het bouwen was. Hij kon zijn ogen niet geloven dat ik er al was en vroeg dan ook: “Heb je alle posten?” Natuurlijk had ik die, want ik was vrijwel via de rode lijn van post naar post gelopen. Vervolgens heeft hij me in contact gebracht met de Sgt 1 Heino Mertens die inmiddels al lid van de militaire orienteringsploeg was. Met hem ben ik toen wekelijks de wedstrijden afgereden in, vooral, België. Dit heeft mij stappen vooruit gebracht in het oriënteringslopen. Mede door hem ben ik toen ook in sneltreinvaart binnen de militair ploeg gerold.  Daar heb ik de kneepjes verder bijgebracht gekregen van Aoo Wim van Breugel, de goeroe in die tijd op oriënteringsgebied.

Door deze 3 personen is de basis gelegd en heb ik de rest van de ervaring gedurende al die jaren zelf opgedaan tijdens alle buitenlandse wedstrijden, militaire WK’s en trainingsweken in het buitenland.

De Pen gaat naar…..
Graag wil ik de pen aan Freek Gielen overdragen zodat hij een mooi stukje kan schrijven over handbal -verleden, -heden en -toekomst.

Foto's zijn verkregen door bereidwillige medewerking van Gerrit van de Riet, Ton de Vaan en Jurjen Blokzijl

Alle eerdere afleveringen van De Pen, waaronder louter actief dienende en voormalige LO&Sportinstructeurs, vind je op deze pagina.